overlopers van Sinoutskerke geregistreerd wordt als 'Sprinckt nu over de noortzijde van 't Hooch Huys'. Dit zijn 31 registra ties over een periode van bijna 250 jaar.3' De spelling van de naam ontwikkelt zich in deze periode van 't Hooch Huys via 't Hooge Huijs naar 't Hooge Huis. Een an der feitelijk gegeven is, dat de plek van de huidige boerderij 't Ooge Uus in de overlo pers van 1596 wordt vermeld als Sprinckt oort oost aen Dierick Hendricxs hof, zuyt en oost oppe' ,4) Niet uitgesloten is, dat na de afbraak van 't Hooch Huys op de vlied berg in 1838, de naam overgenomen is door de boerderij aan de Noordweg. Vanaf die tijd ontwikkelde zich voor de voormalige boerderij op de vliedberg in de volksmond de naam 'd'Ofbraeke'. Wellicht heb ik de in druk gewekt dat beide boerderijen tegelij kertijd de naam het Hooge Huis gedragen zouden hebben. Bovenstaande feiten worden bevestigd door :1e registraties van de beide hofsteden in de Schepenakten van Sinoutskerke, waar we oor de boerderij op de vliedberg regelma- ig "t Hooch Huijs' aantreffen, terwijl voor de boerderij aan de Noordweg nergens sprake is van 't Ooge Uus. Het is helaas niet zo dat alles hiermee wetenschappelijk, mathematisch bewezen is, 100 zekerheid bestaat niet. Ik heb met de beperkte bronnen die er zijn over de geschiedenis van de Poel uitsluitend een aantal stellingnames aannemelijk willen maken resp. ontzenuwen. Vandaar ook mijn voorzichtige conclusies. Noten: J.W. Minnaard, Ontwikkeling percelen in de Moolhoek te Sinoutskerke, Historisch Jaarboek voor Zuid- en Noord-Beveland, no. 16, 1990, p. 47 64. 2. J.W. Minnaard, Een groene oase in de Poel, de geschie denis van het ganzenreservaat bij Sinoutskerkemanus cript nog uit te geven boek. 3. Overlopers van de ambachtsheerlijkheid Sinoutskerke van 1596 - 1856, nrs. 426 en 427, Kerkhoek, aanhef van trajekt 4, tussen volgnummer 52 en 53, Archief Waterschap Zuid- en Noord-Beveland te Goes, thans het Zeeuws Archief te Middelburg. De beschikbare overlopers waar de informatie aan ontleend is zijn van 1596,1603,1617, 1624,1631,1638, 1652, 1659, 1666, 1673,1680,1687, 1694,1702,1709, 1716,1723,1730, 1744, 1751,1758, 1765, 1772, 1779,1786,1807, 1814, 1821, 1828, 1835, 1842. 4. Dezelfde overlopers, Kerkhoek, aanhef van trajekt 2, tussen volgnummers 14 en 15. Bij deze registratie verandert de naam van de eigenaar van het "Hoff" in Geert Diericxs (1638), Geerard Dirkses Weese (1723 Hendrik Frederik de Loos (1744), Cornelia Magda- lena de Loos (1758). De naast liggende vroone van 234 Roeden (boomgaard) staat vanaf 1765 geregistreerd op naam van Christiaan Jacobsse Evertsen. Vanuit de Schepenakten van Sinoutskerke weten we dat de boerderij dan inmiddels eveneens in diens eigendom is. Jobje op de Kaloot 2 Van Joke Geelhoed ontvingen we een reac tie op het tragische verhaal van Jobje op de Kaloot, in Spuije 79, Zij schrijft: Ik ken het verhaal vanuit de (familie)overlevering, maar toch net iets anders. Job Karelse was de eigenaar van de scha pen, maar zijn schaapherder Busje (waar schijnlijk een bijnaam) was degene die in slaap viel en zo de schapen liet verdrinken. Het lied was dan als volgt, afgeleid van het negende couplet van het Wilhelmus: Oorlof mijn arme schapen die zijt in grote nood, want Busje lag te slapen in 't kotje bij de Kaloot. O Job, wil mij vergeven, de schorren zijn nog groen, de schapen zijn verdreven, daar is niks meer aan te doen. De 'dreiboom' Van mevrouw B. Clement ontvingen we een mogelijke oplossing voor de betekenis van de tekening in het artikel van Paul Hart- hoorn in Spuije 79: In de Donald Duck, 52-2009, las ik over 'een boom opzetten'. Deze uitdrukking verwijst naar het kaartspel 'jassen'. Er staat bij: '..de puntentelling bestaat uit het zetten van streepjes. Die streepjes lijken op takken en het geheel lijkt net een boom.' Nu is een verwijzing uit de Donald Duck misschien niet erg overtuigend, maar op het internet zijn meer aanwijzingen te vinden. Een paar voorbeelden. Uit het Woordenboek der Nederlandse Taal, onder het lemma 'Boom': Figuurlijk. In het kaart spel, t.w. bij het jassen. Zoodanige figuur, 33

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2010 | | pagina 39