gerecht gebracht zijn. En van hen zullen in
het bijzonder de meest notoire ruziezoek-
sters, die het voortdurend te bont maakten
tot een schandestraf veroordeeld zijn om
hen in het maatschappelijke gareel te
brengen.
Ruzie met het andere geslacht
Niettegenstaande de heersende conventies
werden niet alleen seksegenoten, maar ook
mannen door vrouwen uitgescholden. Ook
hierbij was sprake van 'scheidgradaties'.
Het was in beginsel veel erger een man
nelijke medeburger uit Reimerswaal uit te
schelden dan een vreemdeling (in beginsel,
omdat ook de status van burger en vreem
deling in de beoordeling van de zwaarte
van de scheldpartij meetelde). Geruzie met
een onbekende was minder kwalijk dan
gebekvecht met een familielid. De familie
en in het bijzonder het gezin namen in de
maatschappij tenslotte een centrale plaats
in. Vooral gescheld door een vrouw op
haar echtgenoot was hoogst kwalijk, want
strijdig met haar fundamenteel onderge
schikte positie in het gezin, de familie en
de samenleving.
Net zo erg waren om vergelijkbare redenen
kwetsende woorden tegen gezagdragers,
bijvoorbeeld priesters en dekens van gilden
en broederschappen. De kroon spande het
schelden op en het beledigen van stads
bestuurders en hun vertegenwoordigers.
De wet beschouwde dit bijna zo erg als de
allerzwaarste verbale misdaden, zweren,
vloeken en godslastering.
Betekenis, zwaarte en gevaar van het
seheldmisdrijf
Schelden - betekenis
Wat werd eigenlijk bedoeld met schelden?
In de beide Reimerwaalse tekstjes wordt
dit woord niet verder gepreciseerd. Andere
artikelen in de beide verordeningen maken
gewag van even onspecifieke termen als
woorden, twistelijcke, lachterlijcke, verbo
den (1402), ontamelijcke, quade of ver
boden, vijleijne ende injurieuse woorden
(1494). Vergelijkbare wetsartikelen uit
andere steden in de Nederlanden geven
gedetailleerder informatie. Daaruit blijkt
dat met schelden een hele reeks verbale
kwalificaties aangeduid kon worden: naast
het genoemde beledigen, zweren, vloeken
en verbale geruzie ook sarren, treiteren,
liegen, valselijk beschuldigen, belasteren
en bedreigen. In wezen dus alles wat lag
tussen 'moeilijk doen' en nog net geen
handgemeen. Daarbij maakte men soms
een onderscheid tussen gescheld in of
buiten iemands aanwezigheid. Het eerste
werd bestempeld als belediging, het tweede
als laster.
Scheidtermen
In een aantal Nederlandse stadskeuren en
vonnissen staan ook opsommingen van spe
cifiek strafbare uitdrukkingen. Er bestond
een groot repertoire aan scheldwoorden.
Vooral ongeoorloofde termen als moorde
naar, vervalser, dief en boef werden veel
geuit - termen die betrekking hadden op
criminele activiteiten dus. Minder frequent,
maar toch populair waren hoer, hoeren-
zoon en hoerenkind, kwalificaties verband
houdend met het zedelijk gedrag van de
uitgescholdene. Ook iemand uitmaken voor
leugenaar kwam vaak voor. Deze uitdruk
kingen kwamen extra gevoelig en kwetsend
aan, omdat zij de eer en eerlijkheid van de
betrokkene aantastten.12' Hoewel niet spe
cifiek genoemd zullen al deze woorden ook
in Reimerswaal gehoord zijn, en ongetwij
feld nog vele meer.
Omstandigheden
De zwaarte en impact van een scheld
partij werd niet alleen bepaald door de
gebruikte scheidtermen en het geslacht en
de maatschappelijke positie van dader en
slachtoffer, maar ook door de omstandighe
den waaronder de ruzie plaatshad. Bij het
beoordelen van de schuld en het vaststellen
van de hoogte van de straf werd daarmee
rekening gehouden. Zo maakte het bijvoor
beeld nogal verschil of geruzied werd op
straat of in het huis, overdag of 's nachts,
tijdens feest - of marktdagen of op een 'ge
wone' dag. Laster werd over het algemeen
zwaarder gestraft dan belediging, vanwege
het element van heimelijkheid, dat wil
zeggen achterbaksheid en laffe slinksheid.
Schelden in het bijzijn van bekenden of
familieleden en recidive konden eveneens
23