Ineens kwam er een grote Engelse militair
aan. Het was een officier met een rode band
om zijn hoofddeksel die het commando
overnam. Die grote militair waar Leen de
Vos over sprak was Sergeant E. Dovey,
Command Provost van het HQ 4e Com
mando Brigade, Royal Marines. Hij en zijn
manschappen, van het Britisch Liberation
Army, waren in de tijd dat ze onder militair
gezag vielen, belast met het handhaven
van de orde.34' Hij was met een patrouille
in de buurt van Nieuwdorp en had het
vliegtuig aan zien komen vliegen. Toen dui
delijk werd dat het vliegtuig neer zou stor
ten waren hij en zijn manschappen naar
de crashlocatie gesneld. Het gebied werd
direct ontruimd omdat het onduidelijk was
wat er in het vliegtuig lag.
Op dat moment wist niemand dat het
toestel geen bommen bij zich droeg en
dat het enige ontploffingsgevaar school in
de zuurstofflessen en de munitie van het
boordgeschut die in en om het brandende
wrak lagen. De meeste mensen verlieten de
crashlocatie. Alleen brandweerman Huib
van Antwerpen - een nuchtere boer - en
twee andere brandweermannen bleven stoï
cijns doorpompen. Prien Traas vulde hierop
nog aan: Huib Moerman en een andere man
- waarschijnlijk dokter Gelderblom - bleven
op de dijk staan kijken. Jaap de Jonge weet
zich te herinneren dat hij als klein jongentje
door dokter Gelderblom bij de hand werd
genomen en van de dijk werd afgeloodst.
Op afbeelding zes zijn delen van het
vliegtuig in het weiland te zien. Naast dit
weiland werd er wonderlijk genoeg niets
geraakt. Zelfs woningen binnen vijftig
meter van de crashlocatie hadden geen
schade. Kathrien van der Linde - Traas
geeft aan dat haar moeder bij het binnen
halen van de was die avond toch merkte
dat ze geluk hadden gehad. Een schort en
een overhemd van een inwonende evacué
uit Westkapelle waren volgens de gaten die
ze erin aantrof door scherven geraakt.
Nadat de brand was geblust kon men het
wrak betreden om de stoffelijke overschot
ten van de bemanning te bergen. Diverse
getuigen verklaren dat een aantal beman
ningsleden nog in de stoelen zat. Nico van
Antwerpen vertelt dat na de brand de
lichamen van de bemanningsleden in jute
zakken werden gestopt. Sergeant E. Dovey
vond in een van de zakken van Bacon een
brief aan zijn zus Margareth en besloot
hierop zijn ervaringen op papier te zetten
en naar dit adres in Australië te sturen.
Uit een rapport van de crash, dat die avond
door wachtmeester W.G. Finson werd opge
maakt, staat dat vier leden van de beman
ning direct door de Engelsen begraven wer
den, vlakbij de crashlocatie.35' Er werd door
drs. Beukema een sobere maar indrukwek
kende dienst gehouden. Naast kruizen wer
den er in eerste instantie ook een aantal
stukken geschut (Brownings .30) en de
Afb. 6. Het verongelukte
vliegtuig in de wei van
Remijn.
(Foto: Les Standing
11