dat de veroordeelde uit de stad kan wor den verbannen als deze een boete niet kan betalen.10' Hoogte van het boetebedrag De afkoopbaarheid van een straf geeft enig inzicht in de zwaarte van de strafmaat. In vergelijking met veel andere steden heerste er in Reimerswaal een betrekkelijk mild boeteregime. De kans om aan steendragen te ontsnappen was er daarom 'relatief' groot. Relatief tussen aanhalingstekens, omdat voor berooide vrouwen het opbren gen van zelfs een kleine boete nog te veel kon zijn. Een van de vele sanctiemogelijkheden Vanaf de dertiende eeuw begonnen rech ters het strafsteendragen als straf op te leggen voor niet alleen het niet-betalen van een geldboete na een schelddelict, maar ook voor andere overtredingen, bij voorbeeld handtastelijkheden (zoals hier boven Line van Zeeland te Mechelen) of overspel. Behalve als hoofdstraf kon het ook toegepast worden als bijkomende straf en - opnieuw - als vervangingsstraf. Ook mannen werden in de vijftiende eeuw wel veroordeeld tot steendragen.12' Deze straf- uitbreiding sluit aan bij de zich geleidelijk veranderende laatmiddeleeuwse rechts praktijk, waarin het gerecht, enerzijds rekening houdend met de omstandigheden, anderzijds de neiging vertonend zwaardere straffen op te leggen, kon kiezen uit een steeds omvangrijker repertoire aan sanc tiemogelijkheden. Het steendragen in vijftiende-eeuws Rei merswaal geeft een even gedifferentieerd beeld te zien van enerzijds de oude rechts traditie en anderzijds nieuwe rechtsont wikkelingen. Daar is het nog steeds een vrouwenstraf voor ruziënde vrouwen met boete als hoofdstraf, maar steendragen in geval zij niet willen of kunnen betalen. De schandestraf zal dus ook hier vooral op 'lagere', dwarse, bakvisachtige en armlas tige, vrouwen toegepast zijn. Strafuitvoering Openbare tocht met stenen en spektakel Van uniformiteit bij de uitvoering van Afb. 4. Een vrouw met een schandsteen. Op haar hoofd draagt ze een mijter waarop haar misdrijf is beschreven. Randdecoratie uit het Getijdenboek van Catharina van Kleef, c. 1440. Pierpont Morgan Library, New York. (Uit: D.A. Berents, Het werk van de vos, Zutphen, 1985.) strafsteendragen was in de vijftiende eeuw geen sprake. De rechters en de baljuw, verantwoordelijk voor de veroordeling en strafvoltrekking, konden kiezen uit vele vormen. De kern van de straf bestond uit de volgende kenmerken:13' -De straf bestond altijd uit het afleggen van een traject te voet. Hoe lang en waar was echter verschillend. Volgens som mige plaatselijke verordeningen hoefde de veroordeelde slechts een korte tocht te maken, bijvoorbeeld van de kerk naar het schepenhuis, rond het kerkhof of rond de kerk. In andere gevallen moest de bestrafte meerdere keren de gehele stad doorlopen, bijvoorbeeld van de ene vestingpoort via het centrum naar de andere, waarbij zij zo een grote afstand moest lopen. -De veroordeelde moest een of een paar stenen dragen. Meestal was de steen of het stenenpaar bevestigd aan een ketting of 21

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2011 | | pagina 23