sen, had het een aantal wettelijke sanctie
mogelijkheden tot zijn beschikking. Voor
ruziënde vrouwen waren dat een geldboete
of een schandestraf, het steendragen. Of
deze straf ook daadwerkelijk in Reimers-
waal werd toegepast, is bij gebrek aan
bronnen niet bekend. Van steden in de
onmiddellijke nabijheid weten we dat wel.
Dat moet de dreigende en afschrikkende
werking in het Bevelandse stadje in ieder
geval beduidend hebben vergroot.
In de zestiende eeuw is de straf in Rei-
merswaal afgeschaft. Ruzies zijn ongetwij
feld blijven bestaan, alleen bestreed men
ze toen strafrechtelijk uitsluitend met geld
boeten. Of desondanks uitwassen zwaar
der bestraft werden weten we niet. Wat
maatschappelijk aanvaardbaar treiteren,
schelden, kwetsen en beledigen was werd
toen - in de korte tijd dat Reimerswaal nog
bestond - ten laatste bepaald door de rech
ters. Niet ongelijk aan de tegenwoordige
rechtspraktijk dus.
24
Noten:
1. R. Huybrecht, Rechtsbronnen der stad Reimerswaal,
VM OVR NRI,1978,102.
2. Idem, 106.
3. R De Win, De schandstraffen in het wereldlijke
strafrecht in de Zuidelijke Nederlanden van de Mid
deleeuwen tot de Franse Tijd bestudeerd in Europees
perspectief, Brussel, 1991, 49-51. R.C. Van Caenegem,
Geschiedenis van het strafprocesrecht in Vlaanderen
van de Xle tot de XTVe eeuw, Brussel, 1956, 33-65,
180-192.
4. Nootnr. 2. D.A. Berents, Galg en rad: wrede straffen
in laat-middeleeuws Utrecht, in: H.A. Diederiks, H.W.
Roodenburg, Misdaad, zoen en straf Aspecten van de
middeleeuwse strafrechtgeschiedenis in de Nederlan
den, Hilversum, 1991, 99-100.
5. B.M. de Jonge van Ellemeet, E. Wiersum, Rechten van
Schouwen en Duiveland, VM OVR, 5,1909, 643.
6. De Win, 50-51, 64.
7. L. Th. Maes, Vijf eeuwen stedelijk strafrecht. Bijdrage
tot de rechts- en cultuurgeschiedenis der Nederlanden,
Antwerpen, 's-Gravenhage, 1947, 431, nootnr. 3.
8. De Win, 72-76.
9. Ibidem, 69-72. Van Caenegem, 325-326. Laatstge
noemde handelt over de Vlaamse situatie. Het Zeeuwse
recht werd, tenminste tot de veertiende eeuw, zwaar
beïnvloed door het Vlaamse.
10. Bergen op Zoom: 34, Wan verbodenen worden'. Van
Rompaey, Rechtsbronnen van de stad Bergen op Zoom,
VM OVR, 13,1967-1971, 216. Het reglement dateert
van 1314, maar is overgeleverd in een afschrift van
1397. Nijmegen: 71, Wan frouwen bruek'. 70 (Keu
ren betalen, of zekerheid, anders bannen). C.C.N. Krom,
M.S. Pols, Stadsrechten van Nijmegen, 's-Gravenhage,
1894, 18.
11. Antwerpen: G. De Longé (ed.), Coutümes du pays et
duché de Brabant. Quartier d'Anvers, I, Bruxelles,
1870, 6. Bergen op Zoom: J. van Rompaey, 216. Den-
dermonde: P. Buyse, De heerlijkheid van Dendermonde
en haar gerechtelijke organisatie (van haar oorsprong
tot 1355), onuitgeg. lie. diss. [Gent, 1980], 131,140,
nootnr. 7. Mechelen: Maes, 431, nootnrs. 3-5. Ninove:
Van Caenegem, 198. De Win, 52. Hulst: G.C.A. Juten,
Keuren en handvesten der stad Hulst, Den Haag, 1908,
69. Reimerswaal 1404: Nootnr. 1. Turnhout: De Win, 46,
nootnr. 26. Oudenaarde: L. Van Lerberghe, L. Ronse,
Audenaerdsche Mengelingen, I, Oudenaarde, 1845, 246.
Breda: W. Bezemer, Oude rechtsbronnen der stad Breda,
Den Haag, 1892, 4. Zierikzee: W. Bezemer, A.S. de
Blécourt, Rechtsbronnen van Zierikzee, 's-Gravenhage,
1908, 247. De hoogste straf gold bij drie veroordelingen
binnen een jaar. Reimerswaal 1494: Nootnr. 2. Vil
voorde: De Win, 45, nootnr. 21. Hildernisse: W. Moll,
Middeleeuwsche rechtsbronnen van het platteland der
heerlijkheid Bergen op Zoom, VM OVR, 7,1924, 94.
Steenbergen: W. Bezemer, Oude rechten van Steenber
gen, 's-Gravenhage, 1897,101.
12. De Win, 77-78.
13. Ibidem, 53-58.
14. Ibidem, 43-44.
15. M.N. Leclercq, Ch. Laurent (eds.), Coutümes des
pays de duché de Luxembourg et comté de Chiny, I,
Bruxelles, 1867,10. G. Kurth, La loi de Beaumont en
Belgique, Bruxelles, 1881.
16. De Win, 35.
17. Ibidem, 58-59.
18. Ibidem, 59-61. Van Caenegem (1954), 19-20.
19. F. de Klerk, Geuzenterreur op Zuid-Beveland, De
Spuije, 78, 2009, 43.
20. De Win, 68, 77.
21. R. Fruin, Het recht der stad Reimerswaal, 's-Graven
hage, 1905, 84.