de synode, niet naar wens. Dit kunnen we opmaken uit een brief van het bestuur van de classis aan de kerkenraden van 21 mei 1862. Het bestuur deelde mede van ver schillende zijden berichten te ontvangen dat sommige Diaconiën zich onttrekken aan de verzorging van personen, welke volgens het kerkelijk Reglement op de Diaconiën bij haar zouden behooren te worden verzorgd. Bij moedwillige afwijking zou voortaan het Reglement van Opzigt en Tucht in toepas sing worden gebracht.10' Het geval Geertruida Vervenne paste naad loos in dit stramien. De diakenen als zedenmeesters Het verzoek van Geertruida Vervenne om ondersteuning werd door de Kapelse diake nen van de hand gewezen. De diakenen De Groene en Woutersen woonden, evenals de verzoekster, in de buurtschap Maalstede. Ze waren dan ook tot in detail op de hoogte van wat er zich in hun directe omgeving afspeelde. Niks geen medelijden of liefda digheid, ze baseerden zich op artikel 11 van het reglement. Daar stond immers dat ze er op hadden toe te zien dat ze door hun ondersteuning de zedeloosheid niet zouden bevorderen. Dat was een helder uit gangspunt en daar wensten ze zich aan te houden. Of was dit een gezocht argument, alleen maar om de hand op de knip te kun nen houden? Het bestuur van de classis, al snel op de hoogte van de afwijzing, had er een dui delijke mening over. In de brief van 27 februari van de classis aan de kerkenraad lezen we: Intusschen brengt de Christelijke liefde het mede, om zich het kind aan te trekken, in ontucht geboren; en wordt zulks, in verband met Uwe Diaconale middelen, U aanbevolen; - wanneer eenmaal de bewuste vrouw moeder zal geworden zijn, terwijl zij in uw midden woont.n) Niet welkom in Wemeldinge en als lidmaat van de Hervormde kerk voor de diaconie persona non grata. Wat bleef er voor een arme vrouw over dan aankloppen bij de gemeente Kapelle? De burgemeester van Kapelle bracht uitkomst, hij besloot op 26 februari aan Geertruida Vervenne 2,50 per week aan onderstand te verstrekken en wel voor rekening van de gemeente Wemel dinge.12' De reactie van de gemeente Wemeldinge was klip en klaar: ...dat het Armbestuur dezer gemeente weigerd om gezegde Geer truida Vervenne in onderstand op te nemen, dewijl zij lidmaat van het Ned. Hervormd Kerkgenootschap zijnde, overeenkomstig het Kerkelijk reglement ter plaatse waar zij is wonende, moet worden ondersteund.13) Naar Gedeputeerde Staten Zowel de gemeente Kapelle als de gemeente Wemeldinge wendden zich, teneinde hun gelijk te halen, tot Gedepu teerde Staten. Uit de brief van de gemeente Wemeldinge komt de vastberadenheid van de Kapelse kerkenraad duidelijk naar voren: Tenslotte kunnen wij UEd. melden dat den Heer Van Hoek, predikant te Kap- pelle, in onze gemeente heeft verklaard dat na zijn inzien het Diaconie Armbestuur van Kappelle verpligt is gedachte Geertruida Vervenne te verplegen, doch dat deszelfs Kerkenraad zulks weigert.14' De mening van de predikant, die duidelijk uit de school had geklapt, was binnen de kerken raad blijkbaar niet de maatstaf om naar te handelen. Het antwoord van Gedeputeerde Staten was duidelijk; de gemeente Kapelle, gesteld voor de noodzaak om onderstand te verle nen, wentelde dit terecht af op de gemeente Wemeldinge. De gemeente Wemeldinge kreeg het advies om haar mening over het handelen van de Kapelse diaconie voor te leggen aan het bestuur van de Classis Goes. Gedeputeerde Staten konden zich (terecht) niet mengen in de uitvoering van de kerkelijke reglementen en rechtsre gels.15' 6 maart 1863 In de woning van haar zwager Jacob Hoogstrate in de Maalstede werd op vrijdag 6 maart 1863 om 8.00 uur in de ochtend het kind van Geertruida, Jan Vervenne, geboren. Met ingang van 27 april was ze in staat om haar dienstbetrek king weer te vervullen, echter buiten staat zijnde daarbij haar kind te verzorgen, heeft de Burgemeester dezer gemeente dit kind 32

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2011 | | pagina 34