Toen het museum in Goes streekmuseum
werd, had de stichting er voor gekozen deze
auto daar in bruikleen te geven, omdat
de Eysink toebehoord had aan een Zuid-
Bevelandse garage. In 1987 werd de Eysink
in eeuwigdurend beheer geschonken aan
het Museum voor Zuid- en Noord-Beveland.
Omdat de gemeente Goes eigenaar is van
het museum, gaf de gemeente de auto op
haar beurt in bruikleen aan het museum.27'
Aan de schenking waren wel een aantal
voorwaarden verbonden. Zo moet de auto
een publiekstrekker blijven en ook goed
onderhouden worden. Verder mag de auto
nooit in handen komen van anderen en op
een duidelijk zichtbare plaats blijven staan.
Later besloot de gemeente Goes de auto
te laten opknappen, waarna de auto terug
kwam in Amersfoort, in museum Flehite.
Van de restauratie in 2001, door Toncar in
Berkel en Rodenrijs, getuigen vele foto's in
het boek over de Eysinkfabriek.28'
Daarin staat ook de foto afgebeeld van
deze Eysink auto met dokter Klos aan het
stuur, met naast hem Ko en Jan Louisse,
voor Rijwielhandel P. Louisse in Kapelle,
tezamen met fietsen en motoren, de familie
Louisse en opa De Jager, welke foto in
het bezit is van de familie Eysink. De
familie Louisse ging zelf ook op de foto
met opa, genomen achter het huis met de
dochtertjes in dezelfde witte jurkjes met
hun tweerijïge bloedkoralen halssnoeren,
zo vertelde Hanny me (vermoedelijk op de
zelfde dag gefotografeerd, in de zomer van
1914).
Deze auto vormde het begin van Garage
Louisse, welke zaak in 1975 verkocht werd
aan Garage Hendriks. Garage Louisse
was in al die jaren een begrip geworden op
Zuid-Beveland!
Afb. 12. Rijwielhandel P. Louisse, Kapelle. (Foto in bezit van D. Eysink, afkomstig van fam.
Louisse.)
13