y levensgedrag, ten huize van Gillis Spelting, iveerd in de kroeg Saaftinge bij de Blauwe Steen, had gepleegd grove moedwil en geweldenarij, de glazen aldaar uitgeslagen, Spelting bij de haren getrokken en des selfs vrouw met de vuist in 't aangesigt geslagen en gevaarlijk aan haar oog gekwetst. Dat bovendien 's Heeren Dienaar op het gerucht aldaar komende toeschieten, met hulp van zijn vader was genoodzaakt te retireren. Het stadsbestuur ontslaat Van de Velde uit het arbeidersgilde en verbant hem uit stad en jurisdictie. In november 1711 signaleert het stadsbe stuur dat de weduwe van wijlen de pro cureur Cornelis Costen, om haar quaad gedrag de stad ontsegd zijnde, clandestien weer in de stad is komen wonen en haar oude moeder, bij welke sij woonde, op een atroce en ongehoorde wijse te bejegenen ende voorts te continueren in haar onchris- telijken en onborgerlijken wandel. De wedu we met haar kind zal bij de eerste gelegen heid van het vertrek van een schuit naar Bergen op Zoom door 's Heeren Dienaars naar boord worden geleid en naar Bergen op Zoom afgescheept. Ze mag onder geen beding weer terugkeren in de stad. Maar eind december is de weduwe Costen weer binnen de stad gekomen. En tegenwoordig in hechtenis zittende, zal ze andermaal te schepe gebracht en elders heen vervoerd worden met bedreiging dat ze een volgende keer zonder gratie zal worden geëxecuteerd. Nog zo'n geval doet zich voor in 1711. Pieternella de Koning, de echtgenote van Adriaan Gort, beklaagt zich bij het stads bestuur, hoe haar man zich verloopt in de drank, haar dikwijls slaat en dreigt de hals te breken. Ze krijgt toestemming van tafel en bed te scheiden. Schutterijen Er zijn zes schutterijen in de stad, name lijk van de oude Handboog, van de jonge Handboog, van de oude Voetboog, van de jonge Voetboog, van de oude Coluvenieren en van de jonge Coluvenieren. Elke schut terij wordt geleid door drie officieren, een kapitein, een luitenant en een vaandrager. De burgercapteins van de zes compagnieën Kvonj-Molen te GOES. Afb. 3. De waterkorenmolen aan de Kleine Kade. 18

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2011 | | pagina 20