krijgen opdracht in de dry quartieren
van de stad te doen eene opschrijving van
weerbare manschappen omme daaruit hare
compagnieën te kunnen formeren.
Periodiek moeten de burgerofficieren een
generale wapenschouwing doen voor de
huizen van de burgers en ingezetenen.
Deze moeten zich van een behoorlijk zijd
en schietgeweer voorzien om alsoo in geval
van nood van enig onverwacht en onver
hoopt geval, zich wel gewapend, op het
trommelslag vervoegen onder den officier
van de compagnie daar hij onder hoort. De
burgers zullen, behalve door deze publica
tie, daags voordat deze wapenschouwing
zal geschieden, nogmaals bij trommelslag
daarvan worden geadverteerd.
Ook de zogenaamde extra-ordinaire com
pagnie is nog actief onder opzicht van de
baljuw. In 1711 schijnen enige bedienden
van de compagnie van gedachte te zijn dat
ze geen gehoorzaamheid verschuldigd zijn
aan de baljuw. De kapitein van de compag
nie met zijn onderhorige gasten moeten bij
het stadsbestuur komen. Daar krijgen ze
de aanzegging dat ze de bevelen van de bal
juw voortaan stipt moeten gehoorzamen.
Zorg en onderwijs
Gezondheidszorg
Stadsdoktoren zijn Christoffel Annaart en
Andries Sommerzee. Daarnaast is er een
wisselend aantal chirurgijns en apothekers.
Twee vroedvrouwen zijn in dienst van de
stad; dit jaar zijn dat Maria Burggraaf en
Pieternelleke Balts.
De apothekers klagen opnieuw bij het
stadsbestuur dat de stadsgeneesheren
rechtstreeks medicijnen leveren aan de
burgers. Hierover raadpleegt het stadsbe
stuur de medicinae docteres.
Ook Pieter van der Staf is als operateur
en breuk- of steensnijder in de stad werk
zaam. Hij verzocht het stadsbestuur in
1710 naar het exempel van enige steden in
deze provincie toe te kennen een sortabel
tractement jaarlijks. Als tegenprestatie zal
hij dan de onvermogende personen en de
armen-godshuizen om niet dienen.
Gasthuis
In mei zijn de buitenregenten van het
gasthuis genoodzaakt een buitengewone
reparatie te doen aan hun gebouw aan de
Gasthuisstraat. Het gaat om een reparatie
aan de Vrouwekamer, twelk aan alle zijden
in sijn muren genoegzaam geheel sou moe
ten worden vernieuwd. Maar de geldmid
delen ontbreken door dierte der granen van
de naastvoorgaande jaren en door de over
vloedige aanval van passanten. Ze krijgen
vergunning ambtobligaties te verkopen.
Weeshuis
Financiële zorgen zijn er ook bij het arm
en weeshuis. Dit blijkt in januari 1711 als
de regenten van het gecombineerde huis
klagen over hun financiële moeilijkheden,
vermits het huis daaglijks hoe langer hoe
meerder door het inkomen van vele kin
deren wierde beswaard, ten ware enige
landerijen die enige tijd herwaarts weinig
pacht hadden opgebracht, wierden verkocht.
De buitenregenten krijgen toestemming
ten overstaan van twee schepenen uit het
stadsbestuur enige van de geringste lan
den, die al geruime tijd weinig pachtpen-
ningen opleveren, te verkopen.
Scholen
De zogenaamde Nederduitse stadsschool
is gevestigd in het schoolgebouw naast het
Slot Oostende. Schoolmeester Jacob van
Merris bewoont het huis naast de school.
Twee regenten uit het stadsbestuur treden
op als visitatoren of opzieners van de Ne
derduitse scholen binnen de stad.
Er bestaat ook een Franse school in de
stad. Stadsschoolmeester is sinds 1709
Cornelis de Jager, voorheen schoolmees
ter te Heinkenszand. Hij fungeert tevens
als voorlezer en voorzanger bij de Waalse
gemeente.
Deze jaren ontstaan verscheidene parti
culiere schooltjes. Ze dienen als lees- en
schrijfschool, als spel- en leesschool of als
breischool.
De Latijnse school verkeert al enkele
jaren in een kwijnende toestand. Maar
omstreeks deze tijd schijnt de school door
aankomende studenten eenigermate te her-
19