timmeren van een zoutdenne (opslagplaats
voor zout) nodig heeft.
De pachter van het zoutgeld over stad en
eiland beklaagt zich dat de zoutverkopers
binnen de stad, zonder onderscheid van
grossiers of van kleine winkeliers, in het
uitventen van zout allerlei soorten maten
gebruiken, 't eenemaal contrarie de ordon
nantie van den impost op het sout van den
jare 1637 ende praktijque, in andere steden
deser provincie gerecipieerd als strekkende
't selve tot prejuditie van der selver pagt.
Het stadsbestuur besluit dat voortaan alle
zoutverkopers moeten aangeven wie van
hen zijn zout wil uitventen, als grossier of
als kleine winkelier.
De grossiers zullen hun zout met geen
minder maat mogen uitmeten en verkopen
als tot een half spint tegelijk, wel meerder
maar niet minder, hetwelk de panneluiden
insgelijks sal wesen gepermitteerd, volgens
de praktijk te Middelburg gebruikelijk en
haar agtbaren bij notariële verklaring van
de collecteur van het zout gebleken.
De kleine winkeliers mogen hun zout ver
kopen met allerlei maat beneden het half
spint en verder moeten ze zich reguleren
volgens de Ordonnantie op het zout. Verder
bepaalt het stadsbestuur dat geen vlees
houwer ofte verkenslager sout sal vermogen
te verkopen als onder de naam van kleine
kramer.
Meekrapnering
De meekrapnering bloeit volop.4) De mee-
krapplant wordt door de boeren verbouwd
om de wortels, die de grondstof leveren
voor het roodbruin verven van textiel,
aanvankelijk vooral wol, later ook katoen
en zijde. Omstreeks deze tijd zijn er vijf
meestoven in werking, namelijk de Sonne
(oostelijk van de haven), de Mane en de
Fortuin (oostelijk van de 's-Heer Hendriks-
kinderenpoort), de Liefde en de Hope.
Afb. 6. De Oostpoort met een doorkijkje op de bakkerswinkel in het hoekpand van de Grote
kade.
22