35 procent. Aan het ambacht waren ook een aantal rechten verbonden zoals het molenrecht, het visserijrecht en de tienden. In Zeeland stond het ambachtsbezit los van het grondbezit. De adel had niet meer dan 5 tot 15 procent van de grond in eigen bezit. Ze waren niet zo gehecht aan grondbezit. Als een edelman carrière wilde maken moest hij in dienst treden van de vorst in of buiten Zeeland. In de Bourgondisch- Habsburgse periode: in de gewestelijke en centrale bestuursinstellingen in Den Haag, Mechelen of Brussel. In de loop van de zestiende eeuw nam het aantal edelen in vorstelijke dienst af, dit gold zowel voor het bestuur als voor de krijgsdienst. Toch bleef voor het grootste deel van de edelen uit Zeeland de krijgsdienst onlosmakelijk verbonden met hun levensstijl. De continuïteit van de familie bepaalde voor een groot deel het handelen van de adel. Hierbij speelden huwelijken en het verwekken van nageslacht een belangrijke rol. Het kon leiden tot meer macht, rijkdom en status. De hoge adel ging daarom op zoek naar huwelijkskandidaten in andere landen (dus buiten Zeeland). De lage adel trouwde met leden uit niet-adellijke burgerfamilies en rijke boerenfamilies. In verband met de continuïteit van het geslacht was het noodzakelijk wettig mannelijk nageslacht te verwekken. Het hebben van veel kinderen was geen optie omdat alle kinderen, meedeelden in de erfenis in Zeeland. In 1477, na het overlijden van Karei de Stoute, konden bij het ontbreken van zonen ook dochters en naaste familieleden ambachten erven. In de late Middeleeuwen verbleven edelen niet alleen meer op het platteland maar ook in de steden. Steden waren een ontmoetingsplaats geworden voor vorst, edelen en burgers. De stad was Staten van Zeeland Ambachten, hoge heerlijkheden en steden Hoge Vierschaar van Zeeland (Burggraaf en leenmannen) Centrale of Colleterale Raden (Van af 1531: Geheime Raad, Raad van State en Raad van Financiën) Grafelijke regionale en lokale ambten in Zeeland (Rentmeesters, baljuws, schouten en dijkgraven) Landvoogdes (Bij afwezigheid van de vorst in de zestiende eeuw) Vorst (Graafvan Zeeland) Grote Raad (1473-1477: Parlement van Mechelen) Hof en Rekenkamer van Holland en Zeeland (Stadhouder, raadsleden en ambtenaren) Afb. 1. Schema van de bestuursstructuren in Zeeland in de Bourgondisch-Habsburgse periode. (Afbeelding uit het boek.) 47

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2011 | | pagina 51