De levering van de auto Van Louisse's kleindochter Hanny hoorde ik dat juist deze auto de eerste was die geassembleerd en wel bij haar opa arriveerde. Daarvoor kwamen auto's in onderdelen aan per spoor, of ook wel per schip, die dan nog in elkaar gezet moesten worden. In een krantenartikel werd deze auto zelfs aangemerkt als de eerste auto die Louisse verkocht had, en wel aan de firma Klos, Oesterhandel te Yerseke. De familie Louisse heeft de offerte van 10 september 1912 nog altijd in bezit. Toen vader Klos de auto bestelde, was de zoon nog dokter in Hulst. De rekening aan Louisse zelf omvat een 10/12 pk vier cylinder Eysink automobiel met tweepersoons carrosserie met voorglas in koper, Amerikaanse kap met zijdeeltjes, twee oliefrontlampen, een achterlamp, een hoorn met slang, inclusief reservewiel, twee nummerplaten en fluit op de uitlaat en een extra nummerplaat voor NL etc. en bedroeg 3.545,75.111 Over levertijden was niets te achterhalen. Was dat een paar maanden, een halfjaar of nog langer? Of werd er soms ook op voorraad gefabriceerd? Wie was Willem Hendrik Klos? Hij werd geboren te Yerseke op 3 oktober 1881 als zoon van Cornelis Dirk Klos, oesterhandelaar en Adriana Kriekaard. Vader Klos had ook een vissersboot, waarmee hij in 1912 de krant haalde. In dat jaar installeerde hij een kormachine die handenarbeid bij het korren overbodig maakte. Bovendien werd hij voorgedragen als gezworene van de Molenpolder.12' De jongste zoon van de dokter vertelde mij dat zijn vader niet sterk was. Hij had gevoelige longen, zodat het werken in de oesters er voor hem niet in zat, daarom was hij voorbestemd om dominee te worden. Hij bezocht de HBS in Goes. Samen met andere leerlingen uit Yerseke liep hij elke dag naar school en weer terug naar huis. Zijn vader had hem een fiets beloofd als hij achttien jaar werd wanneer hij niet rookte. Die kreeg hij ook, alleen was hij toen reeds van school. Toen hij van de HBS kwam, wilde hij liever dokter Afb. 4. Pieter Kloosterman. (Foto: familieal bum Kloosterman.) worden. Dat vonden zijn ouders ook goed, nadat zijn vader op de fiets bij de dokter in 's-Gravenpolder was gaan informeren wat zo'n studie wel niet kostte. Hij ging medicijnen studeren in Utrecht, waar hij zijn artsexamen op 19 juni 1908 aflegde. Dokter op de motor Hij werd daarna huisarts te Hulst, waar hij was aangesteld door de Diaconie van de Hervormde Kerk, met vrij wonen. Het was daar in Hulst dat hij op 11 september 1908 een rij- en nummerbewijs aanvroeg voor het berijden van een motorrijwiel, wat hem de twaalfde al verleend werd, als K-326, welke toekenning van nummerbewijzen geschiedde op grond van de Motor- en Rijwielwet van 10 februari 1905.13) Zijn vader had op 28 april 1908 eveneens een nummerbewijs gekregen voor een motorrijwiel (K-286), 5

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2011 | | pagina 7