inhoud
Woord vooraf1
Blinde dichter uit Kapelle Frank de Klerk2
Pieter Lindenbergh (1851-1940), landbouwer te Wemeldinge Gerard Lepoeter8
Jan Adam Geill en de Wemeldingse Zandweg O.W. Hoogerhuis20
De waterleiding in 1911 Frank de Klerk 25
Burgemeestersbal Kim Sluijter27
Groninger merklappen Cees van den Bovenkamp30
Het gebouw van de Gezondheidsdienst voor Dieren te Goes Frank de Klerk 32
Excursie Duinen Kop van Schouwen Bas Chamuleau 36
Tekst op boerenkar37
Foto's van de reis naar Biervliet en IJzendijke 38
Reacties van lezers39
Woord vooraf
Eiken dag lacht een helder blauwe lucht boven de verdorde velden en de lachende zon spot
met het dorstend aardrijk. Dat jaar 1911 houdt alle weerprofeten, leeken of te wel profesoren
voor het lapje. Zo werd de droogte die in 1911 het land teisterde op 16 september van dat
jaar in de krant Onze Eilanden beschreven.
Het toeval wil dat in deze Spuije drie artikelen staan die op een of andere manier verwijzen
naar dat bijzondere jaar.
In een eerste bijdrage van Frank de Klerk lezen we over de blinde Kapelse amateur-dichter
Dingeman Korstanje. In een lang gedicht dat in boekvorm werd uitgegeven beschrijft hij de
moeilijke omstandigheden van het droge jaar. Een paar jaar later zou hij Kapelle verlaten
om in Amsterdam les te gaan volgen in het mandenvlechten en stoelenmatten.
Dat de droogte in 1911 niet alleen negatieve gevolgen had, blijkt uit het artikel over de
landbouwer Pieter Lindenbergh uit Wemeldinge. Als bestuurslid van een suikerfabriek wist
hij als geen ander dat het voor de bietenteelt een zeer voordeelig jaar was. Gerard Lepoeter
beschrijft het leven van deze markante man, die naast zijn landbouwbedrijf een groot aan
tal bestuursfuncties vervulde. Hij was een van de oprichters van de Veilingvereniging Zuid-
Beveland, als bestuurder betrokken bij de productie van roomboter, suiker en kunstmest
en maakte deel uit van vele commissies van de ZLM die zich bogen over de meest uiteen
lopende landbouwvraagstukken. Ook op kerkelijk gebied speelde hij een belangrijke rol in
zijn woonplaats Wemeldinge.
De derde keer dat we 1911 tegenkomen is in een tweede bijdrage van Frank de Klerk. Dit
maal over de aanleg van de waterleiding op Zuid-Beveland. Die ging van start in deze droge
periode, maar van de levering van water kon dat jaar nog geen sprake zijn. Zo kwam er in
Kapelle pas in 1913 water uit de kraan.
In deze Spuije ook een artikel over Jan Adam Geill, geschreven door O.W. Hoogerhuis. Ook
in dit stuk speelt het weer een belangrijke rol. Nu niet de droogte, maar de kou van de
winter 1887-1888 en vooral de ellende die de dooi in het voorjaar van 1888 teweeg bracht,
ten aanzien van de berijdbaarheid van de wegen. Hoogerhuis beschrijft hoe dokter Geill
waarschijnlijk een belangrijke aanzet heeft gegeven om tot verharding van de Wemeldingse
Zandweg te komen.
Verder schrijft Kim Sluijter over de burgemeestersbal van Goes, Cees van den Bovenkamp
over merklappen, en ja, we komen naar aanleiding van de vele reacties terug op de in het
vorige nummer beschreven 'travalje'.
We wensen u weer veel plezier met deze nieuwe Spuije.
De redactie
1
CWSCHGE^v.
ETENSCHMgS^^