overlijden, elf dagen na zijn huwelijk met Leuntje Minnaard. Adriaan de Moor werd later burgemeester in zijn geboorte- en woonplaats Wissen kerke.361 23 boerenzonen waren bij hun huwelijk boerenknecht of landmansknecht in af wachting van een eigen hoefje, boerderij of hofstede of gaven op arbeider te zijn. Hiervan bleven er negen hun leven lang in loondienst als boerenarbeider. De anderen lukte het min of meer een zelfstandig be staan als (klein)landbouwer op te bouwen. Jacob Wante (Kats), Jacob Katsman (Wolp- haartsdijk) en Jacob Wagenaar (Wolp- haartsdijk) zijn ongehuwd gebleven. Conclusie Voor de tien Bevelandse remplapanten (van de 28) zal het uitgekeerde bedrag bedui dend lager zijn uitgevallen dan wat er in het contract overeen gekomen was. Daarin werd bepaald dat het bedrag pas werd uitbetaald na twee jaar en soms zelfs na driejaar dienst. Bijna niemand heeft die tijd uitgediend, want na de troonsafstand van Napoleon in april 1814 werden in de daarop volgende maanden de buitenlandse soldaten ontslagen en naar hun vaderland teruggestuurd. Daar aangekomen zullen ze afgerekend zijn op de werkelijk gediende tijd (zie bijlage 1 over Hendrik Holland). Onderzoeken naar de acceptatie van het verschijnsel remplacement in de Franse maatschappij leverden de conclusie op dat dit nooit als negatief werd ervaren en dat er zelfs van een zekere mate van jaloezie sprake was bij diegenen die de stap niet aandurfden of van thuis niet mochten. Op de vraag of er verschil was tussen de (gevechts(waarde van een conscrit of een remplacant was het algemene oordeel dat er geen verschil bestond. Alleen voor de betaalmeester van het regiment was er wel enig verschil, omdat de remplafanten naast hun soldij, met zekere regelmaat een deel van hun premie per wissel kregen toegestuurd en dat de dienstplichtigen het alleen met hun soldij moesten doen.37' Mijn conclusie is dat de remplacant als soldaat veel betrouwbaarder was. Ten eer ste was de gemiddelde leeftijd bij de Beve landse remplacanten veel hoger (26.7 jaar) ten opzichte van de dienstplichtige jongens die opgeroepen werden in hun twintigste levensjaar en bovendien was een groot gedeelte van hen gehuwd (dertien van de 29 man, zie tabel 8). Maar de belangrijkste reden was dat hij in zijn contract beloofd had om voor een geldbedrag de dienst van een dienstplichtige over te nemen en als een goed militair in het keizerlijke leger te dienen.38' Hij moest dan ook aan het einde van zijn diensttijd een verklaring overleg gen van goed gedrag en de periode dat hij gediend had bij zijn onderdeel, alvorens hij het overeengekomen bedrag kon ontvan gen. Hij zal dus extra zijn best hebben ge daan en trouw geweest zijn aan zijn onder deel. Desertie of dienstweigering en zelfs krijgsgevangenschap brachten immers zijn premie in gevaar. Veel remplacanten werden dan ook na verloop van tijd wegens goede dienstbetrachting bevorderd in rang. Bij het ondertekenen van hun contract zul len met name de overeengekomen 'gouden bergen' en een verzekerde toekomst na twee jaar militaire dienst door het hoofd hebben gespeeld, zeker gezien hun eigen, vrij uitzichtloos, bestaan van landarbeider, boerenknecht of werkman. Toch koos men tegelijkertijd en onvermij delijk voor een groot risico om het leven te beëindigen in een hospitaal of op het slag veld of voor het leven invalide of verminkt te geraken. Het ondertekende contract, be staande uit een voorbedrukt en verder met de pen ingevuld foliovel in drievoud, is voor velen een paspoort naar de dood gebleken. 11 Noten: 1. J.A. Paasman, Friezen onder Napoleon. 2. Tot ieders verrassing beval Napoleon bij Decreet van 3 februari 1811 de opkomst van 3.000 consents. Op 11 februari daaropvolgend ging er een brief uit van de Préfect van het département les Bouches de l'Escaut aan de maires van de gemeenten om een lijst samen te stellen van alle jongens die in het jaar 1788 waren geboren. 3. De Leidsche Courant van 3 april 1811. Le Guide des concrits et de leur parents. Een uittreksel van hetgeen voor hen belangrijk is, zoals de Wetten, Decreeten en Ministeriele ...de conscriptie betreffende; voorafgegaan van den Almanak voor het jaar 1811; officieele uitgaave in het Fransch en Hollandsch. 4. J. de Rek, Koningen, Kabinetten en Klompenvolk, Bosch en Keuning, Baarn, 1978, p. 125.

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2012 | | pagina 13