de commissie uitgenodigd. Van der
Zoo verzocht Krijn Breeweege en J. de
Ridder om de vergadering te willen
verlaten, maar dat leidde tot een scherpe
woordenwisseling tussen de diakenen, met
de commissieleden, en de predikant. Toen
zij niet wilden weggaan, vertrok Van der
Zoo met de ouderlingen. Zij besloten om
het beroepen van een nieuwe dominee nog
maar even uit te stellen.
Op 7 december 1799 noteerde onze
consulent, dat op 5 december aan de
classis een brief was overhandigd van de
volgelingen van Loene, waarin deze hun
leedwezen uitspraken over het verbod
dat aan de oefenaar was opgelegd om te
preken. Ze deelden mee, dat ze de man
wilden laten proponeren. Kon de classis
daarvoor geen toestemming verlenen?
De brief was niet ondertekend en werd
daarop ter zijde gelegd. Toen drie diakenen
en twee vertegenwoordigers van de Loene-
partij de vergadering probeerden bij te
wonen, werden deze ter deure verwezen.7)
Op 9 december 1799 kreeg Van der
Zoo bezoek van diaken C. Lannooij. De
man vertelde hem van de kerkenraad
de opdracht te hebben gekregen om de
predikant te verzoeken naar Kats te komen
voor het houden van een vergadering
voor het beroepen van een predikant.
Van der Zoo antwoordde wel naar Kats
te willen komen, maar alleen wanneer de
kerkrechtelijke gang van zaken zou worden
aangehouden. Daarop haalde Lannooij
een brief te voorschijn, geschreven door
de diakenen, waarin hij werd bedankt
als consulent. Van der Zoo kon zijn
onkostendeclaratie indienen en of hij het
notulenboek van de kerkenraad maar even
wilde meegeven. Van der Zoo weigerde.
Lannooij ging overrichterzake heen.
Toen Van der Zoo op woensdag 15
december 1799 te Kats had gepreekt,
kwam na de dienst ouderling J. van den
Berge naar hem toe, die hem vertelde
dat op 10 december daaraan voorafgaand
de diakenen een vergadering hadden
bepaald op de elfde. Hij had geweigerd,
want het bepalen van een vergadering was
zijn verantwoordelijkheid als voorzitter
van de kerkenraad. De sleutel van de
Afb. 2. N-H Kerk te Kats, preekstoel.
consistorie had hij onder zich gehouden,
maar de diakenen hadden smid Breeweege
meegenomen, die de consistorie had
opengebroken. Vervolgens hadden de
diakenen en de uit drie leden bestaande
kerkelijke commissie een vergadering
gehouden. Zij beriepen toen Loene tot
wettig herder en leraar.
Op 20 december riep Van der Zoo de
kerkenraad in vergadering bijeen. Het was
hem gebleken dat op de zondag daarvoor
het beroep vanaf de voorzangersplaats
in de kerk aan de gemeente bekend was
gemaakt. In die vergadering kwam bijval
voor de predikant en de ouderlingen.
Pieter Maas, Abraham Marcus en Izak
de Moor verzochten toelating en leverden
een schriftelijk protest in tegen de gang
van zaken, ondertekend door 53 lidmaten
en door twaalf anderen, die geen lidmaat
waren, maar wel ouder dan achttien jaar.
Dat protest richtte zich in de eerste plaats
36