van een handkar.
In mijn herinnering waren de eerstge
noemde karren redelijk groot en hadden ze
grote wielen, de timmermanskarren waren
wat kleiner, iets lager en naar ik meen ook
wat handzamer.
In één van de dorpen was een winkel
gevestigd met ruim assortiment. Daartoe
behoorden ook stoffen die per el werden
verkocht. Dat gebeurde ook aan de deur
door een medewerker, de zogenaamde 'leur
der'. Deze man reed met een soort krui
wagen, met één (gebruikelijk) voorwiel en
op de plaatsen waar normaal de poten zijn
bevestigd eveneens wat kleinere wielen.
In 1946 verliet ik de in het dorp gevestigde
lagere school om mijn opleiding te vervol
gen op de in Goes gevestigde H.B.S. Goes
was destijds in feite een kleine stad met,
naar ik meen, tussen de vijftienduizend
en zeker minder dan twintigduizend inwo
ners. Het was wel zeker een regionale cen
trumplaats met een haven, via een kanaal
aangesloten op de Oosterschelde.
Eilandelijke winkels werden veelal bevoor
raad door grossiers uit Goes, soms ook van
uit Zierikzee en Middelburg. Oorspronke
lijk werd van alles dat op het eiland nodig
was, of naar elders moest, vervoerd per
schip. Meestal waren deze vervoerders de
lokale beurtschippers en binnen de eilan
den de bode's of vrachtenaars. In de jaren
dertig kwam daarin een kentering en gin
gen de bode's intereilandelijk concurreren
met de beurtmannen, met als gevolg dat
deze groep in de loop van de jaren vijftig
langzaam verdween.
Het beurtvaren vanuit vele Zeeuwse plaat
sen op Rotterdam/Dordrecht heeft wat
langer geduurd maar was eveneens niet
concurrerend vol te houden.
In Goes werd vanaf de haven in die na-oor-
logse tijd nog heel wat vanaf de beurtsche
pen naar de Goesse bedrijfjes en winkels
per handkar vervoerd en uiteraard ook wel
in omgekeerde richting.
In mijn herinnering zie ik ook nog een
tweetal Goesse meubelmakers/meubelwin
keliers gebruik maken van een handkar.
Deze waren zeker geveerd en hadden een
laadvloer van latten, waardoor stoelen en
Afb. 1. Handkar op de kade in Goes, op de
achtergrond de Bierkade (links) en de Turf-
kade (rechts). Achter de handkar (rechts)
Jo Bakker, zoon van beurtschipper Bakker
(midden) en Jobse (afbeelding uit Ons Zee
land), 1930, reproductie: Chr. Dekker, Goes.
(Collectie Gemeentearchief Goes.)
dergelijke lager boven de wielen werden
getransporteerd.
Om een werkelijk compleet beeld van de in
deze regio gebruikte handkarren te schet
sen ben ik zo'n twintig jaar te laat geboren.
Ik heb in feite alleen het verdwijenen mee
gemaakt en kan dus geen goed overzicht
geven. De verdwijning zal meerdere oorza
ken hebben gehad. Het trekken of duwen
was zeker een hondebaan. Maar het lopend
transport vergde ook veel tijd. Tijd die per
uur alsmaar duurder werd. Was het loon
voor de oorlog voor een werkman negen tot
twaalf gulden. In de tweede helft van de
vijftiger jaren was dat al naar rond vijftig
gulden per week gestegen. En vanaf die
tijd is gemotoriseerd vervoer op luchtban
den niet meer weg te denken.
Naschrift: Inmiddels is in de herinnering
nog bovengekomen een speciaal type drie-
wielige handkar waarop met een draaiorgel
werd rondgegaan. Mogelijk kennen lezers
nog andere typen handkarren. Laat het ons
weten.
28