Hoefijzers brengen niet altijd geluk
Paul Harthoorn
Rond 1620 ontstond in de Nieuwe Borssele-
polder een nederzetting, die Calishoeck ge
noemd werd en later de naam kreeg van 's
Heerenhoek. In 1625 liet Marinis Pietersz
Iserel daar een huis bouwen, waarin hij her
berg hield om de dorstige kelen van de pol
derwerkers te smeren. Een jaar later volgde
het huis van Balten Jansse en vanaf die tijd
begon Calishoeck zich te ontwikkelen tot een
dorp, waarin bijvoorbeeld wel een smidse
was, maar waar men voor het malen van
graan nog naar de molen in Heinkenszand
moest. Een kerk zou er pas veel later komen.
In 1640 was Marinis Cornelis Nullis daar
herbergier en het feit dat hij ontijdig aan
zijn einde kwam, is de kern van dit verhaal.
De gebeurtenis, op de tweede Pinksterdag
van het jaar 1640, staat uitvoerig beschre
ven in de oudste gerechtsrol van Heinkens
zand (RAZE 2778). Joos Joossen (55 jaar),
Cornelis Polderdijck (23 jaar) en Marinis
Cornelis Nullis (48 jaar), waren 's middags in
de herberg van Christiaan Jansen Duvenee
(29 jaar), een spelletje hoefijzerwerpen aan
het spelen. Ik denk dat dit een soort ring-
werpspel is, waarbij het de bedoeling was
om oude hoefijzers om een paal te gooien.
Een Jan Heijndrickssen, Cor
nelis Nullis uit Sinoutskerke en
een paar anderen speelden ook
mee. Cornelis Nullis begon Jan
Heijndricxssen te jennen en op
merkingen te maken over diens
spel. In de gerechtsrol staat dat
hij Jan over sijn speelen zeer
schampelick heeft berispt, seg-
gende dat hij speelde als een
lecker, als een jonghen ende dat
hij oick niet anders was repedee-
rende de zelffde ende meer andre
diergelijcke smadelijcke woor
den tot veel verscheijden malen
toe, belettende den zelffden Jan
Heijndrickssen tot meer malen
toe, met het uutsteken van zijn
leden als andersins dat hij zijn
spel niet en conde speelen. Een Afb.l. Hoefijzers om een paaltje. (Bron: Wikipedia.)
'lecker' heeft diverse negatieve betekenis
sen, hier zoiets als pas aankomend ventje
en moet in hedendaags Nederlands mis
schien vertaald worden met 'watje'.
Dat begon Jan Heijndricxssen te vervelen
en al spoedig ontstond er een vechtpartij
waar ook anderen zich mee gingen bemoei
en. Het liep behoorlijk uit de hand, vooral
toen Jan Nullis, de broer van Cornelis Nul
lis, naar buiten kwam met een 'schrage',
waarschijnlijk van een tafel, in zijn hand,
waarmee hij Jan Heijndricxssen begon af
te tuigen. Marinis Cornelisz Nullis mengde
zich ook in de strijd een wierp een aerde
podt naar het hoofd van Jan Heijndricxssen
en schreeuwde: stucke schelms, wat hept gij
mijn broeder te doen. Hij raapte wat hou
ten bollen van een bolspel op, die daar op de
grond lagen en wilde die naar het hoofd van
Jan Heijndrickssen gooien. Dat werd Jan te
machtig en hij trok zijn mes waarmee hij
Marinis in de rug stak. Waarschijnlijk was
de vechtpartij toen over.
Eerst scheen de wond van Marinis niet ern
stig te zijn. Leunken Huijbrechts verklaar
de zelfs dat Marinis Nullis de volgende dag
in het gezelschap van jonge lieden 'Pinkster
37