naar de schepenen om te vertellen dat hij na
de vechtpartij twee dagen lang met Marinis
branthoudt gement heeft. Jan Bastiaenssen
(25 jaar), vertelde op diezelfde dag, dat hij
samen met Marinis twee dagen aan de zee
dijk putten had geëffend en Christiaan Du-
venee zei het eens te zijn met de verklaring
van zijn vrouw.
Schout en schepenen van Heinkenszand
hebben daarna besloten Jan Heijndrickssen
niet verder te vervolgen, omdat er twijfel
bestond over de werkelijke oorzaak van de
dood van Marinis Nullis. Per slot van re
kening had hij na zijn kwetsuur nog flink
wat gedronken en een paar dagen hard ge
werkt. Zij vonden het wel beter dat hij voor
lopig niet in de parochie zou komen. Daar
kwam bij dat Jan Heijnderickssen niet
zo'n beste naam in het dorp had. Het was
algemeen bekend dat hij een vechtersbaas
was. Hij had bijvoorbeeld Jan Joossen, in
woner van Heinkenszand, die samen met
zijn vrouw 's avonds op straat wandelde
zonder reden aangevallen en hem met een
mes, dat prompt in stukken brak, aan het
hoofd verwond, zodat hij achterover in de
goot gevallen was. De vrouw hierop zulken
getier was makende also het scheen datter
een omt leven ghebraght wierd. Ook had hij
op een zondagmiddag de vrouw van de roe
per in haar arm gesneden en gingen er ge
ruchten van winkeliers, dat als Jan wat bij
hen kwam kopen hij wel eens wat meer mee
nam dan waarvoor hij betaald had. Ook wa
ren de hazen en patrijzen van de ambachts
heer voor hem niet veilig.
Het verhaal wordt eentonig, want er zijn
meer van dergelijke verklaringen, bijvoor
beeld van Barent Heijndrickssen, de vader
van de vrouw van Marinis. Deze gebeurte
nis staat niet op zichzelf. Verder lezend in
het schepenregister komen wij een soortge
lijk verhaal tegen, dat met Pasen 1641 Jan
Janse Smit doodgestoken was door Marinis
Serdinus, die daarna gevlucht was. En dit
gebeurde ten huize van Neelken Barents,
de weduwe van Marinis Nullis in Calis-
hoeck! Ook hier weer getuigenverklaringen
en een plastische beschrijving van de wond
die Jan de Smit had opgelopen.
Misschien was het in die tijd veiliger om de
herberg in Calishoeck te mijden.
Afb. 3. Het café van Gerard Nagelkerke, omstreeks 1925. (Uit: Jan de Ruiter,
's-Heerenhoek, dorp tussen slicken en blieken. Collectie Gemeentearchief Borsele.)
39