V r leumlamp aan en de rest kroop de bedstee in. In februari 1919 werd besloten de gemeen telijke gebouwen van elektrisch licht te voorzien. Hiervoor werd een aangepast tarief gerekend. Omstreeks 1921 waren er ongeveer 250 lichtpunten in het dorp waar door er wekelijks zo'n 125,- aan inkom sten binnenkwam. De eerste jaren van de Coöperatie verlie pen voorspoedig, maar na een jaar of drie begonnen de problemen. De Coöperatie had zich een niet-goedwerkende motor in de maag laten splitsen. De motor kreeg steeds vaker problemen en Machiel had er zijn handen aan vol om de motor draaiend te houden. De capaciteit van de motor was een ander probleem. De 250 lichtpunten belastten de machine te veel. Op een dag I/V cfj/ 7*~ 7r 7r y 7r Afb. 4. Een bladzijde uit de administratie van de Coöpera tie. (Archief familie Gelderblom.) was het zelfs zo bar dat een wiel van de dynamo afbrak, langs Steketee vloog en een olievat platdrukte.2) De mensen die een voor die tijd aanzienlijk bedrag voor de verlichting moesten betalen begonnen te morren. Alsof dat nog niet genoeg was werden de deelnemers van de Coöperatie in mei 1921 voor een extra kostenpost geplaatst. Een blikseminslag in een elektriciteitsmast zorgde ervoor dat het dorp voor een ogen blik feestelijk verlicht was, maar enkele seconden later in het donker viel. Alle ellende leidde ertoe dat de Coöperatie in 1921 besloot om een nieuwe motor aan te schaffen. De oorspronkelijke motor was in die drie jaar nog lang niet afgeschreven zodat de aanschaf van de nieuwe motor eigenlijk een onverantwoorde investering was. Omdat men pas na plaatsing van de nieuwe machine een twintigtal extra lichtpunten kon aan sluiten moest men de gok wel nemen. De opbrengst van de extra lichtpunten was volstrekt onvol doende om de investering rond te krijgen, er moesten meer inkomsten komen. Men zocht naar alternatieven. Aan het eind van 1921 kwam het ver zoek van onder andere Adriaan van Antwerpen om 's winters de straten te verlichten. De Coöperatie ging hiermee naar de gemeente die hierin meeging en besloot tot een bijdrage van 360 gulden. Er werden negen tien lantaarns geplaatst die van oktober tot maart op vooraf bepaalde uren zouden branden. Toch leidden die initiatieven er niet toe dat de opbrengst posi tief werd. Geregeld kreeg men te maken met extra kosten. Zo sloegen in 1925 de paarden van Landbouwer Rijk uit Ovezande op hol en de wagen vloog op een elektriciteitsmast die afbrak. De ongelukkige Rijk belande onder de wielen van de wagen en overleed. 43 L4*3 J f cJ'&'T-i. J-&-? y nim i.u. tA**. Ï7 ■KsZK. 0&, t csfoy&e ■'9i S- /y f jU(t /t>7. - r 7r 7r /j</O /r /.ro Jt.AO /..ra 'XJlt JJU* A.o v /jLL/ir. 'cfö-t/Lvvi >->"u7a~ ry£t/tsic CÏÏ -tM* uaxcd c ixo-u^ ■jl/l m-cvt oU. 'Ktadt /IIIxtmdtsix. iSthwf. J c t-f j»; Aio 4 o o

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2012 | | pagina 47