van de Domeinen en de heer Parker als
ambachtsheer voor zichzelf en de gezusters
Hazevoet. De inzichtelijkheid in de
besluitvorming wordt belemmerd, doordat
Nebbens en Parker ook respectievelijk
rentmeester en ambachtsheer van
Wissenkerke waren. Bovendien bezat
Nebbens 187 gemeten grond in dit
ambacht.
In de besluitenlijsten of notulen van de
ambachtsheerlijkheid Wissenkerke uit
1760 staat, dat de heer De Jonge van
Campensnieuwland het origineel van het
verbaal van de limietscheiding door Jan
en Francois Simonse Indervelde uit 1620
heeft gevonden. Hij stelde voor om door
een landmeter opnieuw de beschreven
scheidpalen uit te laten zetten en aan de
hand van de uitkomsten ook het geschil
tussen de ambachten van Wissenkerke en
Orisant uit de weg te ruimen. Opvallend
is hier het woord 'origineel'. In het archief
van de Nassause Domeinraad berust een
kopie van dit verbaal. Het archief van het
ambacht Wissenkerke toont nu slechts een
vijfmaal overgeschreven kopie uit 1793 van
de kopie van de NDR. In deze kopie zijn bij
het overschrijven (onder notarieel toezicht)
een aantal fouten gemaakt, die een
reconstructie door een landmeter voor een
deel onmogelijk zouden hebben gemaakt.
De vergadering ging er mee akkoord uit te
zien naar een bekwaam landmeter. Men
wilde die schorren nu eindelijk wel eens
indijken.
Later zou blijken dat ook met de
kennis van dit originele verbaal geen
oplossing kwam voor het geschil tussen
eerdergenoemde ambachten.
De redenen om de schorren te bedijken
waren divers. De ambachtsheren van
Wissenkerke wilden bedijken en zo snel
mogelijk de grond publiek verkopen. Zij
gingen voor het profijtelijke verschil tussen
het bedrag van verkoop en de kosten van
de bedijking. Dit uitgangspunt zien we ook
terug bij de bedijking van de Willempolder
in dezelfde periode.
De Domeinen hadden een andere reden
voor de bedijking van de Sophiapolder. Zij
vreesden het verlies van de Ouweleck. Als
gevolg daarvan zou de hofstee van pachter
Jan de Ridder zijn bestaansrecht kunnen
verliezen. De bijbehorende grond in de
Vliete- en de Thoornpolder was daarvoor
onvoldoende. Om diezelfde reden kochten
de Domeinen in 1774 ook 21 gemeten grond
in de Willempolder van de ambachtsheren
van Wissenkerke om aan de hofstee
(tegenwoordig Groenenstein) toe te voegen.
Toch ging het langzaam. In 1765 liet
de rentmeester het middelpunt van
de inmiddels afgebroken toren van
Wissenkerke vaststellen. In 1766 is ook de
put al gegraven waar de houten of stenen
paal in moest verzinken. Een jaar later
lag er een stenen paal klaar. Rentmeester
Nebbens zag hier waarschijnlijk slechts
een eenzijdig Wissenkerks belang in.
Tijdens de ambachtsvergadering van 1769
vroeg de heer van Campensnieuwland aan
rentmeester Nebbens of hij de questieuse
limiten met de Domeinraad wilde
bespreken.
Vreemd genoeg zei Nebbens in de
vergadering van het ambacht een jaar
later, dat hij geen mogelijkheid had gehad
om de kwestie met de Domeinraad te
Afb. 5. Oeverafname. (Uit: De Bruin en Wilderom, Noord-Beveland, figuur 138.)
—v.m.SOPHIA PR.
:ecd>jk 1960
OE VERAFNAME 1750 mIN 315JAAR GEMIDDELD ca.stë m PER JAAR
vmzeeoijk
350m -
80 jaar
v.m.ouweieck
aorgezond 1642.1720*
SCHORREN EN SLIKKEN,
J J Jw J J
DE RINGELAER
NU HET VAARWATER Ns
„DE ROOMPOT
~-~f35drr
330dm -
-~275dm
_205d£n
- 250dm
*"~300dm
Fig.138 Dwarsprofielen (I642_i957)van de Roompot voor dijkpaal 7 van de Maria polder
5