Afb. 8. Een kaart gedrukt door Duerinck in Kloosterzande uit 1993. Nr 9332 is een bestelnummer. De kaart was de 32ste kaart uit 1993. Het logo stond toen nog links boven op de adreszijde. Later werd dat kleiner en verhuisde het naar een plaats onder de deellijn, maar de letters - die voor zich zelf spreken - bleven dezelfde: J, T, jr, G. Op een nieuw cliché dat veel later werd gemaakt is de jr veranderd in een onbe grijpelijk teken. Was niet meer bekend dat in dit vakje jr stond, of is de tekst bewust gewijzigd omdat de firmanaam in 1951 was veranderd? We weten het niet. Nadat Henk van der Graaf de onderneming had Afb. 9. Een van de door Torbijn gebruikte logo's. overgenomen, werd het logo opnieuw aan gepast: v/h, T, G, '82. Op het logo dat door Vita Nova werd gebruikt komen alleen de letters J, T en G voor. De datumcode en voorraad Een deel van de vooroorlogse kaarten heeft buiten het volgnummer van de drukker geen codenummer. Mogelijk zijn dat de vroegste kaarten van Reinicke Rubin geweest. Het oudst bekende poststempel op een kaart met een code dateert pas van 1922. Wij zijn er niet in geslaagd die vroege code te kraken, daarvoor zouden wij veel meer kaarten met een leesbaar poststem pel moeten zien dan waarover we konden beschikken. Het lijkt erop, dat de code aan vankelijk nog niet de later gebruikelijke maand- en jaarcode bevatte. Op de na-oor- logse Torbijnkaarten is dat wel het geval. Daarop staan soms zelfs twee codes. Dat zijn dan de datumcode van de kaart zelf en die van de eerste druk van de afbeelding. Een letter E voor de code duidt erop dat de kaart een eigen uitgave was; dat wil zeg gen dat Torbijn hier voorraad van aanhield. Dat waren dan steeds algemene kaarten van Zeeland en kaarten van grotere plaat sen. Dikwijls hadden die nog een eigen serienummer. Op sommige kaarten staat nog de letter G. Die staat eigenlijk voor Goes, maar komt ook voor op kaarten van andere plaatsen. De winkeliers konden de kaarten die in voorraad waren kopen met veelvouden van 100 stuks; als een kaart niet in voorraad was, moest de winkelier heel de oplage afnemen. Daarbij ging het dan bij zwart- witkaarten minimaal om 250 stuks en bij de kleurendrukken minimaal om 1000 stuks. Henk van der Graaf zette later de traditie van de firma Torbijn voort door ook op zijn kaarten de gebruikelijke datumco des te laten drukken. Daarnaast werkte hij soms nog met bestelnummers, waarin dan het jaartal was opgenomen. De fotografen In de vroegste periode zou Jacob Torbijn een beroep hebben gedaan op fotograaf Schnei der uit Kloetinge. Later fotografeerde hijzelf 8 Waarde Molen

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2013 | | pagina 10