Geen brug voor Noord-Beveland Frans Dees Beginjaren dertig van de vorige eeuw, begon de behoefte aan een vaste oever verbinding op Noord-Beveland steeds meer te knellen. Zolang het vervoer nog voornamelijk over water plaats vond was Noord-Beveland het best ontsloten gebied van Zeeland, met de talrijke havens en haventjes rond het eiland. Met de groei van het gemotoriseerde verkeer was een verbe tering van de wegenstructuur en de wegen zelf een vereiste. Daarbij waren goede veerverbindingen nodig, maar meer nog vaste oeververbindingen. In 1914 kon per motorboot één voertuig per keer worden overgezet tussen Kortgene en Wolphaarts- dijk. Vanuit verschillende dorpen werden beurtdiensten onderhouden op Goes, Middelburg en Dordrecht/Rotterdam, de landbouwproducten werden over water ver scheept. Maar daarmee ging men landelijk achterlopen. Alle verbeteringen aan aanlegsteigers en vergroting van de veerboten ten spijt bleef het wringen en behelpen. Vooral het feit dat in 1928 het eiland Tholen door een sta len brug werd ontsloten, deed pijn. In juni 1933 kwam Bram Markusse, druk ker en uitgever van 'Het Noord-Bevelands Nieuws- en Advertentie Blad' op bezoek bij Michiel van Arenthals, de dijkgraaf van de Oud- en Nieuw- Noord-Bevelandpolder en vroeg of hij mee wilde naar een groote vergadering die hij bij elkaar had geroepen Afb. 1. Tracé van de Zandkreekbrug. (Zeeuws Archief.) 11 PROVINCIALE STEIGER TE WOLFAARTSD'JK PROVINCIALE STEIGER TE KORTGENE

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2013 | | pagina 13