wetsvoorstel indienen die het heffen van
tol mogelijk maakte.
Het Werkfonds ter bestrijding van de werk
loosheid onder voorzitterschap van premier
Colijn bemoeide zich er ook mee. De aanne
mers werden verplicht arbeiders te betrek
ken door tussenkomst van de openbare
arbeidsbemiddeling. De arbeiders moesten
aan de volgende voorwaarden voldoen: bij
bovengenoemde organen zijn ingeschreven,
minstens drie maanden werkloos zijn en
minstens twee jaar ingeschreven zijn in één
van de gemeentes, vallende onder het dis
trict arbeidsbureau Middelburg.
Alle toegepaste materialen moesten zoveel
mogelijk van Nederlandse herkomst zijn,
de koloniën inbegrepen.
Begin november 1938 besloot de provincie
het plan tot oprichting van een NV als
werkmaatschappij in te trekken en de brug
volledig in eigen beheer te bouwen en te
exploiteren.
De Provinciale Stoomboot Dienst die het
veer Kortgene-Wolphaartsdijk exploiteerde
wilde ook weten hoe de zaken stonden. Op
16 november kwam een brief binnen bij
GS. Deze behelsde een lange uiteenzet
ting over het plezier bij het reizen van
de burger, dat bij de bouw van bruggen
aanmerkelijk zou verminderen. Beter
comfortabel op een boot dan in een hob
belende bus. De vraag werd gesteld: wat te
doen na de brugEr was namelijk nog een
veerdienst van Middelburg naar Zierikzee
(tot 1949die ook de steigers Kortgene
en Katseveer aandeed. De mogelijkheden
waren: 1. Blijven doorvaren naar Kortgene
en niet aanleggen in Wolphaartsdijk. 2.
Blijven doorvaren naar Wolphaartsdijk en
niet aanleggen in Kortgene, en de inwoners
van Noord-Beveland een vergoeding geven
om naar Wolphaartsdijk te reizen. 3. Alleen
varen naar Katseveer en de inwoners gra
tis van Kats naar Katseveer per autobus. 4.
Varen van Zierikzee naar Colijnsplaat met
een nieuwe inloophaven, gecombineerd met
busdienst Colijnsplaat/Goes. Dit laatste om
te voorkomen dat er een wilde veerdienst
werd ingesteld tussen Zierikzee en Colijns
plaat.17'
Op woensdag 3 november 1938 bracht de
commissaris der Koningin de heer J.W.
Quarles van Ufford in gezelschap van de
griffier der Staten mr. Telligen en GS lid
Van Bommel van Vloten een bezoek aan
Kortgene om in de 'Stadswijnkelder' een
vergadering te houden inzake de brugplan-
nen. Ze kwamen met de reserveboot welke
dienst had gedaan tussen Kamperland en
Veere. Burgemeester Schuit verwelkomde
hen aan de steiger. De zaal was geheel
gevuld met vertegenwoordigers van de
gemeenten en de polders.
De commissaris opende de vergadering en
deelde mee dat de provincie de brug zou
exploiteren, zodat de brug een zuiver pro
vinciaal bedrijf zou worden. De provincie
zou er de volle zeggenschap over hebben
en het volle risico dragen. In de eerste
25 jaar zouden de huidige (veer(tarieven
gehandhaafd blijven. De provincie zou
een onderhouds- en reservefonds stichten.
Verder waarschuwde hijdat als er maar
één polder of gemeente weigerde subsidie
te geven, dat een gevaar was voor een
spoedige bouw van de brug. Spreker was
bij aankomst door de burgemeester gefeli
citeerd met de vergevorderde plannen voor
de bouw, maar hij kon deze gelukwensen
pas aanvaarden als alle polders en gemeen
ten hun volle medewerking gaven.
Een vertegenwoordiger van de Stadspolder
zei dat de ingelanden zich nog niet hadden
uitgesproken. De heer Wolse uit Kortgene
deelde mee dat de Vlietepolder geen sub
sidie gaf, dus niet mee wilde doen aan het
brugplan. De heer Van Bommel van Vloten
dacht dat, als de heren van een weiger
achtige polder wisten dat als er geen risico
meer bestond, ze wel bereid zouden zijn
mee te helpen. Ook de Rippolder was wei
gerachtig, maar de heer Marcusse uit Lei
den had zijn standpunt veranderd ten gun
ste van de brug, zodat er bij een stemming
toch weer een stem meer was ten gunste
van de brug. De heer Van Dis uit Colijns
plaat vroeg nog om bij de bouw zoveel
mogelijk arbeiders uit Noord-Beveland in
dienst te nemen.
Burgemeester Schuit bracht dank aan het
college van GS en hoopte dat er in alle
poldervergaderingen gunstig gestemd ging
19