worden, want laat de Noord-Bevelanders
toonen dat ze een brug waard zijn en voor
de medewerking van G.S. dankbaar zijn.
Hij hoopte van harte dat deze vergadering
de laatste zou zijn en dat ieder zo spoedig
mogelijk tegenwoordig zou zijn als de eer
ste peiler voltooid was, en dat we na enige
jaren de opening van de brug mee zouden
mogen maken.18'
In de najaarsvergadering van Provinci
ale Staten dienden zich problemen aan.
Uit berekeningen bleek dat men voor een
tekort kwam te staan, vanwege devaluatie
en inflatie. Aan de regering was gevraagd
in hoeverre zij bereid zou zijn in de tekor
ten bij te dragen.
Het antwoord was dat de regering niet
bereid was een jaarlijkse bijdrage te leve
ren, maar wel met een tolheffing gedu
rende 25 jaar genoegen te nemen en bereid
bleef de zuidelijke toegang voor haar reke
ning te nemen.
Door de deprecatie van de gulden waren
de geraamde kosten naar 1.320.000,-
gegaan.
Er werd besloten de jaarlijkse bijdragen
van de polders en gemeenten niet op twin
tig maar op 25 jaar te stellen. Dit was de
termijn waarop de lening zou worden afge
lost. GS vroegen zich af in hoeverre een
verhoging van de provinciale bijdrage te
overwegen was en kwamen tot de slotsom
dat een verdubbeling gewettigd was.
De Noord-Bevelanders moesten meer dan
andere inwoners van Zeeland het water
oversteken: voor uitgebreid-, middelbaar- en
vakonderwijs, ziekenhuis en specialisten.
Economisch is Noord-Beveland op Goes
ingesteld. Dit verklaart het zeer groote
verkeer tusschen Kortgene en Wolphaarts-
dijk dat verre het verkeer overtreft op de
verbindingen Hansweert-Walsoorden, Hoe-
dekenskerke-Neuzen en Zierikzee-Katsche-
veer waarvoor de provincie grotere offers
getroost dan de f 10.000,- bij de verdubbe
ling van de oorspronkelijke bijdrage.
Nadat op 27 oktober 1939 de Tweede
Kamer haar goedkeuring aan het wetsont
werp inzake de bouw van een brug over de
Zandkreek tussen Zuid- en Noord-Beveland
had verleend, werd de mobilisatie afge
kondigd. Velen dachten dat de bouw van
de brug wederom zou worden uitgesteld.
Van overheidswege werd echter verzekerd
dat alles werd gedaan om het bouwplan zo
spoedig mogelijk doorgang te doen vinden.
Door de oorlogsdreiging werden de mate
rialen duurder, zodat het bedrag van de
geraamde kosten zou worden overschreden.
Er waren onderhandelingen gaande met
het werkfonds om het te lenen bedrag van
1.300.000,- te verhogen met 300.000,-.
Dit kon ook weer gevolgen hebben voor
de tijd waarin men tol moest heffen. Men
hoopte de aanbesteding van de brug nog in
1939 te houden. Een hindernis die de bouw
ook nog in de weg stond was het verkrijgen
van een vergunning krachtens de rivieren-
wet. Vermoedelijk zou dat op korte termijn
gebeuren.19'
Op 16 november verleende de minister van
Waterstaat vergunning tot het bouwen van
een brug van 494,20 meter lengte met een
beweegbaar gedeelte en een viaduct voor de
tramweg, waarbij het scheepvaartverkeer
voorrang hield. Op 5 december werd toe
stemming verleend om 25 jaar tol te heffen.
En op 11 december was het bestek klaar.
Nog diezelfde dag werden voorbereidingen
getroffen om grond te kopen voor de noor
delijke toegangsweg. Voor bouwland werd
uitgegaan van een benodigde oppervlakte
van 1.06.00 ha. voor een prijs van 3.000,-
per hectare en voor schorgrond 1.000,-
per hectare.
Het gemeentebestuur van Kortgene stond
erop dat de toegangsweg door het dorp zou
lopen, over de Voorstraat (toen Molenweg
genoemd). Deze zou dan langs de kerk over
de Torendijk naar de brug gaan. De school
die voor de kerk stond en enkele huizen
moesten dan worden aangekocht en afge
broken.
Het bestek was klaar en de brug had zijn
definitief ontwerp. Het ministerie van
Oorlog had ook eisen gesteld. In de pijlers
moesten kokers en in de overspanningen
kasten voor springstoffen worden gemaakt,
om de brug op te kunnen blazen.
Voor het beweegbare deel was gekozen voor
een afrolbascule. Er was dus geen draai-
21