de Joodse gemeenschap in Goes over het
begraven van joden die niet in Goes woon
achtig waren. De laatste begrafenis, waar
van een grafsteen is te vinden is, is die
van Joseph Cracau. Volgens het opschrift
van deze steen op 18 juni 1916 geboren te
Vlissingen en op 3 februari 2005 overleden
te Terneuzen. Hij was de zoon van Victor
Cracau en Engelina Frank. Blijkens het
opschrift op de grafsteen was zijn moeder
op 11 februari 1944 te Auswitz overleden.
De familie Cracau was een bekende Joodse
familie in Vlissingen die voor de Tweede
Wereldoorlog handelde in lompen en meta
len. Na de Tweede Wereldoorlog werd het
bedrijf door zoon Sam voortgezet. In 1972
werd deze metaalhandel opgeheven.20'
Reglementen en verordeningen
In de stad Goes was in maart 1807 al een
reglement van begraven ingevoerd. Daar
aan voorafgaand had het stadsbestuur
hiervoor al informatie ingewonnen bij
andere steden. Van de stad Zierikzee ont
ving men een boekwerk van 52 artikelen
en van de stad Groningen een reglement
van maar liefst 78 artikelen. Het eerste
reglement van Goes bestond echter uit
slechts vier artikelen. In artikel drie waren
de tijden en kosten van begraven geregeld.
Bij overtreding moest men een boete aan
het Armbestuur betalen:
De lijken zullen zonder onderscheid, waar
dezelve worden begraven, des voormiddags
tusschen elfen twaalf uren - op verbeurte
van eene boeten ten behoeve van het alge
meen Armbestuur dezerzijds stad, te weten:
van ieder lijk, dat voor gemelde tijd en
dus des smorgens voor elf uur zal worden
begraven, van f 12,-en van ieder lijk, dat
na gezegde tijd en dus na smiddags 12 uren
zal worden ter aarde besteld van f28,-.21)
Afb. 3. Begrafenis van Deken Dolle op de RK-begraafplaats aan de Zuidvlietstraat in Goes
in 1940. (Leonardus Dolle, geb. te Zoeterwoude 22 juli 1872, overleden te Goes 25 februari
1940.) (Collectie gemeentearchief Goes.)
33