19 8. Dr. C. Dekker (a.w.) p. 189. 9. Dr. C. Dekker (a.w.), p. 183. OHZ I, nrs. 343 en 344. De Fremery, nr. 32. Van den Bergh, OHZ I, nr. 268. 10. Dr. C. Dekker (a.w.), p. 478, noot 23. Van den Bergh, OHZ II, nr. 171. 11. Dr. C. Dekker (a.w.), p. 478, noot 23. De Fremery, suppl. OHZ, nrs. 191 en 192. 12. Bron OHZ IV, nr. 1851 en uit datzelfde jaar een brief van Floris van Kattendijke over de lammerentiend. Archief seminarie Brugge, nr. 1176 en Van den Bergh, OHZ II, nr. 376. 13. Juni 1279, bevestiging verkoop 30 gemet in Monsterhoek aan abdij Ter Doest door Floris en Wolfert van Kattendijke. De Fremery, nr. 204. 18 april 1282 arbitrage tussen Wolfert van Cattendijke en abdij Ter Doest, inzake lammerentiend. H. Obreen, Onuitgegeven oorkonden uit de dertiende eeuw, betreffende Zeeland I, II en III in BMGH, 1926, p. 286. Archief Ter Doest, nr. 1174 en Van den Berghe, OHZ II, nr. 451. 26 april 1278 Schenking van Jan van Heusden en Adelisse, zijn vrouw, van goederen te Aalburg aan de priester en kerk van Aalburg, OHZ, De Fremery, suppl. nr. 130. 14. Jan II van Heusden 1260-1308 was dus reeds in 1277 gehuwd met Adelisse Gillesdr van Cattendijke (1250- 1301). Hij was de zoon van Aernout van Heusden en Aleid van Arberg. 15. W. Hofdijk en J. van Lennep, Merkwaardige kastelen in Nederland, deel II, 1854. Het kasteel van Heusden, p. 4 e.v. en J. Craandijk, Wandelingen door Nederland, Noord-Brabant-Zeeland, 1884, p. 294. De eerste heer van Heusden, Robbert, zou een zoon zijn van de Graaf van Kleef. Uit dit geslacht zouden de volgende ge slachten zijn ontsproten: Van Heeswijk, Van Heesbeen, Spieringh, Van der Sluys, Van Drongelen, Veen, Hedikhuizen en Elshout. 16. Eerste vermelding is in 1200 bij een oorkonde waarin de abdij Berne bevestigd wordt in haar privileges. Daarin treden Aernout van Heusden, zijn vrouw Justine (van Heeze) en zijn zoon Jan van Heusden als getuigen op. OHZ II, Suppl. 24. 17. Dr. C. Dekker (a.w.) p. 477. 18. Voor meer informatie over Gerlof, Hendrik en Nicolaas van Cats en de beide Zeeuwse geslachten van Cats in Zeeland, zie Gerard van der Wal, Het kasteel te Kats, in Nehalennia nr. 152, 2006, p. 48-56. Idem: Ridder Nicolaas I van Kats, in Nehalennia, nr. 157, 2007, p. 2-9 en idem: Het geslacht van Cats op Schouwen en Duiveland in de middeleeuwen, in Kroniek van het land van de zeemeermin (Schouwen-Duiveland), 2009, p. 5-26. 19. Er zijn diverse oorkonden in dat verband, zoals die van 9 oktober 1270, waarin Nicolaas van Cats als bloedverwant wordt vermeld: de Fremery nr. 158 en die van 14 november 1270, waarin de abt van de OLV abdij te Middelburg de burgers van Keulen bericht, dat hij uit naam van Floris V verklaringen onder ede had afgenomen van een aantal Zeeuwse edelen; verwanten van Dirk en Jan van Heusden. Ook op andere datums worden verklaringen gezonden naar de stad Keulen. Al deze verklaringen bevinden zich in het archief van Keulen. Daarin staan bekende verwanten, zoals Arnold van Drongelen en Dirk van Heeswijk, de genoemde Zeeuwse edellieden. Van den Bergh OHZ I, nr. 206, OHZ II, nr. 1573, De Fremery nr. 158. De originele stukken, zoals de genoemde verklaringen met zegels, bevinden zich in het stadsarchief van de stad Keulen, vanaf nr. 333 tot en met nr. 368. 20. Zo bleek dat bij een voorgenomen huwelijk tussen Jan van Renesse en Sophie van der Goude, erfdochter van Gouda, Nicolaas I van Cats haar voogd was geweest. Zij was beloofd aan de oudste zoon van Nicolaas, Jan van Cats. Deze was echter jong overleden. Vervolgens werd zij beloofd aan Jan van Renesse. Tegen dit huwe lijk werd door tegenstanders bezwaar gemaakt bij paus Honorius III, met als reden dat Jan van Cats en Jan van Renesse verwant waren in de derde graad. Jan en Sophie huwden in 1280. De paus gaf, ondanks het verwantschap, in 1285 toestemming om gehuwd te blijven. De Fremery, suppl. nr. 234. Doc. aantekeningen betreffende het stadrecht van Gouda, Archief Groene Hart Gouda 2005 en A. Hollestelle, De Honte en het eiland Borsele Tholen, 1907, p. 301. 21. In 1206 blijkt in het vredesverdag tussen Willem I van Holland en de Graaf van Loon en Philips van Namen, dat de Heer van Voome wordt bevestigd in zijn bezit tingen in Oost en West Voome en het burggraafschap van Zeeland. Maar ook doet de Graaf van Namen afstand van Scherpenisse, Stavenisse, Duivelant en Dreischor, ten behoeve van Voome. De heer van Voorne wordt daarmee leenman van Willem I. (H. Obreen, Heren van Voome, in Nederlandse Leeuw, 1928, p. 295 en OHZ I, nr. 206). Het werd dus gezien als één gebied. Dat wordt ook bevestigd door Romeijn, die aangeeft dat Duivelant veel verder strekte. Zo grensde Duivelant in het oosten aan Stavenisse en het zuiden van Duivelant en Schouwen reikte tot nabij Noord-Beveland. (C. Romeyn, Inleiding Archief ambachtsheerlijkheid Vierbannen, p. 6-7, ZA, en J. Ermerins, Enige berichten Zeeuwsche Oudheden TV, Schouwen, p. 98). Ook is bekend dat in verschillende oorkonden de geslachten genoemd op pagina 4 gezamenlijk worden vermeld. Bijvoorbeeld op 8 februari 1237 in een oorkonde van Hendrik van Voorne, die dan het land Bonne in pacht geeft. Hugo van Scherpenisse, Marinus Hugozn. de Duvenlant (Van den Bergh, OHZ I, nr. 362 en zie ook G. v.d. Wal, Het geslacht van Cats op Schouwen Duiveland, p. 13 ev. Een onderwerp om verder uit te werken. 22. Dr. H. van Engen, De bezittingen van Nicolaas van Kats in Nikolaas van Kats en Der nature Bloeme, in Jacob van Maerlants der Naturen Bloeme und das umwelt, Munchen, 2001 p. 242. en G. v.d. Wal Nicolaas van Cats 2007 p. 5. 23. Hubert van Cats wordt vermeld in een oorkonde van 1257 (OHZ III, nr. 1164 en in 1259, OSU II, nr. 1562) en treedt op (of zijn zoon) als getuige bij een oorkonde van 25 augustus 1277, bij een belening van Nicolaas van Cats door Arnout van Leuven en Breda, van de heerlijkheid Ossendrecht Oorkonden Brabant II, nr. 1172. Van Engen vermeldt Hubert ook, a.w. p. 235. In 1288 wederom een vermelding van Hubert van Cats als hij een hoeve te Bennekom verkoopt aan het kapittel van St. Jan te Utrecht. Bron: OSU nr. 3344. Gysbrecht van Cats, de zoon van Hubert, en volgens Dr. B. van Bavel, Goederenverwerving en goederen- beheer van de abdij Mariënweerd, Hilversum 1993, p. 88 de kleinzoon van Nicolaas huwde in 1322 met Elisabeth van Beusichem. Haar zuster, Margaretha, was gehuwd met Gysbrecht uter Goye Burggraaf van Utrecht, over wie Nicolaas I van Cats voogd was geweest. Gysbrecht wordt vermeld als eigenaar van het kasteel en heerlijkheid Caetshage (nabij Culemburg)

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2013 | | pagina 21