rekening namen (bijlage 2, nrs. 37, 38 en
39). Deze ambachtslieden waren bekend
in Wemeldinge omdat ze regelmatig werk
zaamheden aan de kerk verrichtten.6'
Jaren later is een uurwerk en een klok
aangebracht.
Ook de glazenmaker Michiel Ingelse was
een bekende (bijlage 2, nr. 27). Van tijd tot
tijd werkte hij aan de ramen van de kerk.
Vanaf het eerste moment werd de dakrui
ter aangeduid met de benaming Franse
spitse. Mogelijk is deze naam ontstaan
omdat dakruiters met een scherpe pun
tige bekroning nogal eens voorkwamen in
Frankrijk. In deze omgeving werden in de
zeventiende eeuw dakruiters van een om
vang zoals hier in Wemeldinge regelmatig
geplaatst op het dak van toen gebouwde
protestantse zaalkerkjes, ook wel op voor
name profane gebouwen.
De inrichting van de parochie-recht-
kamer
Niet David Gillissen of een andere plaat
selijke timmerman kreeg de opdracht om
een nieuwe tafel, schoumantel en tuijn
inde parochije kamer te vervaardigen,
maar Blaes Fonteijne, een ervaren Goese
schrijnwerker. Die had de jaren daarvoor
een grote bijdrage geleverd aan de nieuwe
inrichting van de kerk, blijkbaar tot volle
tevredenheid (bijlage 2, nr. 23). Prachtige
werkstukken moesten het zijn, vervaardigd
van eersteklas wagenschot. Dat was Blaes
Fonteijne wel toevertrouwd.7'
Jan Cornelis Leijnse uit Roosendaal le
verde tien nieuwe stoelen (bijlage 2, nr. 36),
aan Christiaen Borms uit Goes werd het
maecken van de sitte cussens opgedragen.
Deze leverde ook pluijmen, tijeken en fran
jes (bijlage 2, nr. 46).
Jacob Oeije, eveneens een Goese midden
stander, was de leverancier van het laken
voor de kussens en voor het tafelkleed en
het van croonras (een gekeperde wollen stof)
vervaardigde schoorsteenkleed. Er was zelfs
sprake van een behangsel teghen de muer
(bijlage 2, nrs. 25, 35 en 47). Dit was in de
zeventiende eeuw op zijn minst apart.
Van Claes de Grave uit Goes werden twee
copere kandelaers en andere kleine attribu
ten betrokken (bijlage 2, nr. 45).
Voor de bediening tijdens de vergaderingen
en het schoonhouden van de parochie-
rechtkamer werd vanaf het begin een
overeenkomst gesloten met Marinus Ma-
rinusse. Het was allemaal erg netjes en zo
moest het natuurlijk ook wel blijven. Het
is frappant dat de kosten hiervan, zonder
enige verwijzing naar een verrekening met
de parochie, verantwoord werden in de ker-
kenrekeningen: betaeld aen Marinus Mari-
nusse jaarlijks tractement van de parochie
rechtkamer te bedienen en schoon te maken
2.0.0. Het is ook weer een verwijzing
naar de bijzondere - in feite onverklaarba
re - band tussen kerk- en parochiebestuur.
Herkenbaarheid en status, daar lag zoals
we zagen sterk de nadruk op bij het exteri
eur van de nieuwe parochie-rechtkamer.
Maar de inrichting deed er zeker niet voor
onder, integendeel, het was in feite pure
luxe. We hebben niet veel fantasie nodig
om ze te zien zitten: schout en schepenen,
de trotse bestuurders van de besloten
boerengemeenschap, op hun comfortabele
sitte cussens, achter een van twee copere
kandelaers voorziene en met een laeckens
tafelcleet getooide tafel. De eenvoudige
Wemeldingenaar die er binnenkwam om
voor een of ander voorval verantwoording
af te leggen zal er voor het hekje gestaan
hebben, eerbiedig en onderdanig, met gebo
gen hoofd schuchter en bedeesd de gestelde
vragen beantwoordend. Zoals het hoorde.8'
Bijzondere gebeurtenissen
Behalve tijdens het normale reilen en zei
len van de dorpsgemeenschap speelde de
parochie-rechtkamer een centrale rol bij
speciale gelegenheden. Zo lezen we in Ne-
derlandsche Jaerboeken het verhaal over
een feestelijke gebeurtenis op maandag 22
mei 1758, honderd jaar na de ingebruik
name. Op deze datum werd de nieuwe
ambachtsheer van Wemeldinge, Jacobus
Coomans, als opvolger van zijn overleden
broer Pieter, plechtig in het dorp ingehaald.
Hij was per rijtuig vanuit zijn woonplaats
Goes naar Wemeldinge gekomen, waar
hij aan de Loo plaatsnam in de gekroonde
Stoel, die bij het begin van het Dorp, onder
de eerste aldaer opgerichte Eerepoort, ge
reed stond. Tien jonge Dochters wachtten
6