het licht worden de situatie en vonden het
raadzaam de straat af te zetten en een
aantal van de buren die het dichtst bij de
rampplaats woonden, te evacueëren voor
dat zij doden en gewonden gingen bergen.
Zij dachten in eerste instantie niet anders
dan dat alle bewoners nog onder het puin
lagen. Nadat het puin allemaal geruimd
was- dus weken later- kwam een officiële
vergunning tot stand voor een noodwinkel
en een noodbakkerij, waarvan de bouw
spoedig ter hand werd genomen. Intussen
kon het broodbakken doorgaan bij de col
lega's Remijnse, Nijssen, Van Paaschen en
Poortvliet. Er waren toen dus vijf warme
bakkers in het dorp Kapelle! Ook de winkel
van Brouwer werd aan ruimte geholpen
totdat de noodwinkel klaar was. De bereid
heid om te helpen was groot. De nieuw
bouw is gereed gekomen in de loop van
1949. De noodgebouwen hebben tot die tijd
gefunctioneerd en zijn toen afgebroken.
Het verhaal van de overbuurman
Wat een naar het buitenland vertrokken
overbuurman ons in 1950 vertelde is zeer
opmerkelijk. Deze overbuurman heeft de
klap wèl gehoord, bij hem vloog dan ook
een zware boomtak, door het vliegtuig
hoogstwaarschijnlijk uit een boom in de
tuin van de toenmalige notaris Kram opge
pikt, dwars door de voordeur naar binnen.
Bovendien had de zich losgemaakte motor
zijn huis op een haar na gemist. De buur
man overzag onmiddellijk de ernst van
de situatie met betrekking tot de lokale
Duitse bezetting, het had immers evengoed
een geallieerd toestel kunnen zijn! Tege
lijkertijd was deze buurman op de hoogte
van een door de Duitsers ingestelde 'nacht
wacht', een groepje mensen die op de toren
van de Hervormde Kerk moesten uitkijken
naar luchtgevaar, overtredingen van ver
duisteringsvoorschriften, en andere abnor
male zaken. Deze wachtdiensten werden,
volgens een bepaald rooster, door daarvoor
aangewezen inwoners van de Gemeente
Kapelle vervuld.
Er liep een telefoonlijn van de toren naar
een wachtlokaal en vanuit het wachtlokaal
een telefoonlijn naar de Duitse bezetting.
Wat was nu het geval? Er gebeurt toch niets,
moeten deze nachtwachten hebben gedacht
en vervolgens kwam men 's avonds om
streeks 11 uur met de Duitsers samen om
de situatie te bespreken en omdat alles in
diepe rust scheen ging men naar huis om de
volgende morgen de dienst weer op te pak
ken. Dit was uiteraard zeer gewaagd!
De buurman verwachtte dus een alarm
maar toen dat uitbleef ging hij vlug een
kijkje nemen in het wachtlokaal, niet meer
dan circa 30 meter verwijderd, waar hij
niemand vond. In het wachtlokaal hing een
dienstrooster waarop de namen vermeld
waren van de mensen die eigenlijk aanwe
zig behoorden te zijn. Hij heeft toen (let wel
het was spertijd!) zijn fiets met anti-plof-
banden genomen en heeft de dichtstbij wo
nende wacht wakker gemaakt en de situa
tie snel uitgelegd. Die heeft vervolgens zijn
medewachten gewekt en de Duitsers van
het geval op de hoogte gebracht. En zo kon
er een klein uur voorbijgaan voordat de
Duitse bezetting van het geval op de hoogte
werd gesteld. Toen zij in de Ooststraat ar
riveerden dachten zij niet anders dan dat
alle bewoners nog onder het puin bedolven
waren. Wat precies tussen de Duitsers en
de nachtwachten plaatsvond en wat er
gezegd is en misschien ook afgesproken, is
niet bekend. De betrokken Kapellenaars
zijn allen inmiddels overleden. Het kan
zijn dat de bezetters er zelf ook alle baat
bij hadden dat de zaak van het verzuim
in de doofpot terecht kwam en daar bleef.
Kijken we in het gedenkboek Der Luftkrieg
über Europa dan treffen we daar een voor
de bezetters niet lastige oorzaak, namelijk
motorstoring. Toch wisten verschillende
Kapellenaren zich tientallen jaren later
nog te herinneren dat in de romp van het
vliegtuig menig kogelgat te zien was. Wel
licht klopt het verhaal hieronder.
Het verhaal van de gewonde vliege
nier
De twee gewonde vliegeniers werden uit
het wrak gehaald en naar Antwerpen ge
transporteerd voor medische zorg. Het ver
haal wil dat één van hen aan een verpleeg
ster het verhaal vertelde van de oorzaak
van de crash.
15