Waarin een klein museum groot kan zijn Kim Sluijter Eén van de kerntaken van een museum is het beheren van het cultureel erfgoed dat zij in haar collectie heeft. Dit beheren heeft verschillende aspecten; zo worden objecten geregistreerd in een digitaal computersys teem. Door in dit systeem te zoeken kun nen we per object zien waar het zich be vind. Als je meer dan 15.000 objecten hebt is dit erg belangrijk. Daarnaast is er uiter aard ook het fysieke beheer van de objec ten. Elke materiaalsoort heeft een specifiek klimaat waarin het bewaard moet worden. Er zijn nog meer zaken waar rekening mee gehouden moet worden: houten planken waar objecten op staan, stoten een gas uit en hier moet dus een buffer tussen liggen, metalen laden zijn koud en glad en bevat ten soms giftige verf, en ook hier moet een buffer op komen. Plastic met weekmakers Afb. 1 Het plaatsen van LED-verlichting in een vitrine. (Afbeeldingen HMDB.) is slecht voor objecten, en textiel kan alleen ingepakt worden in ongebleekt katoen en merklappen mogen alleen gewassen wor den in gedemineraliseerd water. Het mu seum doet er alles aan om alle objecten zo goed mogelijk te bewaren, maar op het de pot is dit makkelijker dan in het museum. Op het depot staan de objecten in donkere ruimtes waar vrijwel geen mensen komen. In het museum hebben we bezoekers, die naar binnen en buiten lopen met alle soor ten weer. Grote ramen waar licht door naar binnen komt en meer dan driehonderd lampen die tijdens openingsuren op de ob jecten gericht staan. De afgelopen jaren heeft het museum grote stappen gemaakt op het gebied van preven tieve conservering in het museum. Tijdens de laatste verbouwing, nu bijna tien jaar geleden, was er door heel het museum halogeenverlichting geplaatst. Dit was toendertijd dé verlichting om te hebben. Het nadeel was echter wel dat deze lampen veel warmte uitstralen. Nu valt één lamp nog wel mee, maar meer dan driehonderd stuks geeft een aanzienlijke temperatuurs- verhoging in het gebouw. Na metingen is de schatting dat de temperatuur ongeveer 2 graden kan stijgen met deze lampen. Dit klinkt weinig, maar klimaateisen stellen dat de temperatuur in een museum per etmaal maar 2 graden mag veranderen, dus met deze lampen zaten wij meteen aan het maximum. Daarnaast is het ook zo dat deze halogeenlampen verlichtingssterkte hebben, zogenaamde lux. Elk object mag maar een aantal luxen gehad hebben voor dat het terug in een donker depot moet om weer tot rust te komen. Dit klinkt wellicht een beetje vreemd, maar iedereen kan zich wel voorstellen dat een heel oud, fragiel stuk papier niet voor langere tijd onder een grote, felle, warme lamp kan liggen. In theorie is dit hetzelfde voor alle museale objecten. Uiteraard verschilt wel per object hoe lang het tentoongesteld mag worden: 21

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2013 | | pagina 25