diaconie kwamen twee personen de com missie versterken: de heren A. Brandt en F. Walrave. Ook uit de burgerij traden twee personen toe tot commissie: de heren D. Koning en P.J. Buteux. Aan de hand van de 'Rotterdamse' regels begon men met het opstellen van een be groting. Deze beliep 500,-alleen voor de inventaris en eventuele verbouwingen. De grootste post was de aanschaf van een grote koperen ketel ter waarde van 260,-. De offerte is bewaard gebleven: de inhoud was 450 portiën, van boven wijd: veertig duimen en een half, van onder wijd: negen en dertig duimen en een half en diep: zes en twintig duimen en een half F Een geschikte ruimte werd gezocht en ook spoedig gevonden. Het bestuur van het Gasthuis stelde gratis het lokaal van de voormalige calicotweverij beschikbaar.61 In een brief aan de gemeenteraad werd het plan voor de oprichting van een Spijskoke- rij medegedeeld, met daarbij de bijbehoren de begroting en een verzoek om financiële ondersteuning. De raad besloot inderdaad het initiatief te steunen met een bedrag van 500,-. Daarna ging het eigenlijk snel. Het lokaal van het Gasthuis werd ingericht als koke rij. Er werd een kok aangesteld: Jan Poele. Hij verdiende 4,- per week gedurende de periode dat er voedselverstrekking was. De bedeling zou gedurende de wintermaanden plaats vinden. En zo gebeurde het dat op 25 november 1816 het eerste voedsel werd verstrekt.7' Hoe ging het verder Toen de soepkokerij eenmaal was gestart Afb. 3. Goes: bestuur Commissie tot de Oeconomische Spijsuitdeling, in het Soepuus aan de Kleine Kade, opgericht 25 oktober 1816. Foto uit archief bovengenoemde Commissie. Zittend (v.l.n.r.) J.C. v.d. Velde en T. Fabery de Jonge. Staand (v.l.n.r.: A.C. Murman. P. Chamuleau, H.A. Wijburg, C. Bustraan, H. Hollestelle en Joh de Kruijter, Kok rechts dhr. Sampon, naam kok links onbekend. 30

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2013 | | pagina 34