Middeleeuwen
De Kortrijkse pagus of gouw strekte zich
in het begin van de achtste eeuw uit tus
sen de Leie en de Schelde. Rond 880 zou
den Noormannen in Kortrijk overwinterd
hebben. Kortrijk werd in 1071 een onaf
hankelijk militair-bestuurlijk district, een
'kasselrij'. In april 1190 kreeg de plaats
stadsrechten met een eigen bestuur.
Ondanks deelname aan verscheidene oorlo
gen won Kortrijk in de dertiende eeuw aan
belang door de lakenindustrie. De kwaliteit
van de in de stad geproduceerde textiel
was echter minder dan die van de grotere
Vlaamse steden. In de vijftiende eeuw
kreeg het linnen dat uit het ter plaatse
verbouwde vlas werd gemaakt, meer be
lang dan het laken. De conflicten tussen de
Franse koning en Vlaanderen leidden tot
stagnatie van de Kortrijkse economie.
Deze conflicten waren vooral heftig in de
veertiende en vijftiende eeuw. Tijdens de
Frans-Vlaamse Oorlog (1297-1305) werd
Kortrijk door Franse troepen bezet. Zij
bouwden een dwangburcht boven op de
grafelijke burcht waarvan de resten nog
steeds te zien zijn. Vóór de stad verzamel
den zich enerzijds een leger van Franse
ridders en hun Vlaamse bondgenoten
en anderzijds een leger van poorters uit
Vlaamse steden en gewesten. Het kwam op
het Groeningeveld op 11 juli 1302 tot een
bloedige veldslag. In deze 'Guldensporen-
Afb. 2. Belfort, Markt en Sint-Maartens
kerk. (Bron: besteurotravel.com.)
slag' werd een militair-professioneel ridder
leger voor de eerste maal in de geschiede
nis verslagen door een leger, bestaande uit
vrijwillige burger amateurs. De Vlaamse
overwinning maakte dan ook in heel Eu
ropa grote indruk.
In 1323 revolteerden de Kortrijkzanen op
nieuw tegen hun graaf, Lodewijk I van Ne-
vers. Hij bezette de wijk Overleie, waarna
de inwoners de graaf gevangen namen.
Daarop volgde een nieuwe Franse bezet
ting. Uiteindelijk mondde die periode uit in
de slag bij Kassei van 1328 waarbij de Vla
mingen onder Nicolaas Zannekin werden
verslagen.
Tijdens alweer een grote Vlaamse opstand
veroverde graaf Lodewijk II van Male de
stad in mei 1381. Na de slag bij Westro-
zebeke op 27 november 1382, waarbij de
opstandelingen door de graaf verslagen
werden, kregen de Bretoense huurlingen
Kortrijk als premie waarbij de stad werd
geplunderd en verwoest.
Filips de Stoute, hertog van Bourgondië en
opvolger van Lodewijk II, luidde een peri
ode van vrede en heropbouw. Een nieuw
kasteel werd opgetrokken en nieuwe stads
muren met een Broeltoren werden geïnte
greerd in de reeds bestaande verdedigings
werken. Sociale spanningen en de pest die
een vlot handelsverkeer verhinderden,
leidden ertoe dat de lakennijverheid veel
aan belang verloor. Na de dood van Maria
van Bourgondië in 1482 raakte Kortrijk
andermaal betrokken in een oorlog tegen
de Fransen.
Zestiende tot achttiende eeuw: bezettingen
en versterkingen
De opkomende linnenindustrie bracht de
welvaart van weleer niet terug. Een op
stand in de Zuidelijke Nederlanden die
in 1539 uitbrak, bracht ook de verwoesten
de toorn van keizer Karei V over Kortrijk.
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog belandde
Kortijk in het Spaanse kamp. De aanspra
ken van Lodewijk XIV van Frankrijk op
Vlaanderen resulteerden in vijf Franse
bezettingen tussen 1646 en 1706, de aanleg
41