Afb. 2. De vernietiging van de pantserkruisers Aboukir, Hogue en Cressy.
velhebber van de strijdkrachten, generaal
Snijders, aan alle burgemeesters van de
kustgemeenten om hem ervan in kennis
te stellen wanneer het lichaam van een
jongeman, een dun teer gebouwd jongetje
met fijn gezicht en blauwe oogen, gevonden
zou worden. Hij zou er dan voor zorgen
dat het stoffelijk overschot naar Engeland
werd overgebracht. Maar helaas, zonder
resultaat.5' Naar de reden van de aktie van
's lands opperbevelhebber is het gissen.
Dat 'jongetje' was Duncan Stubbs en hij
was in 1914 vijftien jaar oud. Zijn vader
was advocaat. Hij was bij het uitbreken
van de Grote Oorlog kadet op het Brit-
tania Royal Naval College in Dartmouth
en stond bekend als een goede leerling.
Zo won hij een prijs omdat op zijn rapport
slechts hoge cijfers voorkwamen, inclusief
zeemanschap en kennis van scheepsmoto
ren. Net als de andere jongens moest hij bij
het uitbreken van de oorlog onmiddellijk in
actieve dienst komen en werd hij geplaatst
op HMS Aboukir. De plaatsing van jongens
was afgedwongen door de minister van Ma
rine, Churchill, die daarvoor nadien heftig
werd bekritiseerd.
Voor zover we weten, spoelde het lijk van
Duncan Stubbs niet op de Nederlandse
kust aan. De jongeman kwam in het water
terecht toen de Aboukir werd getorpedeerd.
Hij werd uit het zeewater gehaald door
de Cressy, die te hulp was geschoten. De
Cressy onderging echter hetzelfde lot als
de Aboukir en weer kwam Duncan in de
golven terecht. Een jongen uit dezelfde
klas in Dartmouth zag hem ten onder gaan
toen hij probeerde een man te redden, die
in zo'n paniek was, dat beiden ten onder
gingen. In de St. Cuthbert's Church te Or-
109
UernltlXiinn bat cn9[!(d)tn <Panj«!tauiac „36o.ltlt-, _.6o8iie- imb „6rciW tutrf) boa bcllfWt Untetfeeboof .U 9- am 31Tot8«lt
bee 22. September etion 20 ©eemcilcrt nocbrocftlid) Don ^oet t>nn jpoUanb.
9ind) cintr OriftinaljtiitliunB uon ^rofeffor $an& S»ol)vl)i