mesby in Noord Yorkshire bevindt zich een gedenkplaat met zijn naam erop.6) Indrukwekkend boek Henk H.M. van der Linden heeft in het hierboven genoemde boek de geschiede nis van de ondergang van de drie kruisers nauwkeurig beschreven. In de proloog gaat hij in op het ontstaan van de wereld brand. Daarna volgen hoofdstukken over de Royal Navy en de Kaiserliche Marine. Hij behandelt de schepen uit de Bac chanteklasse, met hun bemanningen, die hoofdzakelijk uit de Royal Navy Reserve afkomstig waren en hij stelt daar de U-9 en haar commandant Otto Weddingen tegenover. Een verhaal van geblunder bij de Engelse vlootleiding tegenover een vastberaden jonge Duitser, die in zijn eigen land wereldberoemd zou worden. De rol die HMS Hogue speelde bij de slag om Hel goland op 23 augustus, sleepboot voor de door de Duitsers in elkaar geschoten HMS Arethusa, die nooit naar zee gestuurd had mogen worden omdat het splinternieuwe schip nog in de afbouwfase verkeerde, komt ook aan de orde. De schrijver gaat vervol gens uitgebreid in op de torpedering van de Engelse kruisers, waarna ooggetuige verslagen aan de orde komen van Engelse overlevenden. Een dag later, op 23 september, verschenen de eerste verslagen in Nederlandse kran ten, waarbij de 'heldenrollen' van de Flora en de Titan niet vergeten werden. De naweeën in Engeland waren niet gering. Aanvankelijk geloofde niemand het Duitse bericht, dat de ondergang door slechts een enkele U-boot was bewerk stelligd. Binnen de top van de Engelse marine, waarin mensen als Beatty, Fisher en Jellicoe zitting hadden, kwam het tot heftige discussies over de schuldvraag. Die leidden niet tot ontslag uit de dienst, maar tot halvering van salarissen van de meeste betrokken officieren. In de publieke opinie kreeg echter Churchill de schuld. De drie gezonken schepen zijn inmiddels aangewezen als officiële zeemansgraven. Er mag ter plaatse niet gedoken worden. Het boek van Van der Linden, met een inleiding van professor Koen Koch, is een eerbetoon aan de mannen, die de schepen in die eerste twee maanden van de Grote Oorlog bemanden en die dat met hun leven moesten bekopen. Voor iedereen met inte resse in de maritieme geschiedenis van de Eerste Wereldoolog is deze publicatie een aanrader. Allie Barth uo Noten: 1. H.H.M. van der Linden, Drie massagraven voor de Nederlandse Kust, 22 september 1914, Soesterberg, 2010. Zie ook: A.J. Barth, Klein leed in de Grote Oorlog, in De Spuije, tijdschrift van Heemkundige Kring De Bevelanden en de vereniging Vrienden van het Historisch Museum De Bevelanden, afl. 80, zomer 2010. 2. Zierikzeesche Nieuwsbode, 28-9-1914. 3. Vgl. noot 2. 4. Catalogus van het het oorlogsmuseum van J.A. Wilton van Reede, Rotterdam, 1929, blz. 23. 5. Zie Barth, Klein Leed, blz. 4. 6. Gegevens ontleend aan: www.memorials.rmg.co.uk

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2014 | | pagina 114