Elke compagnie had een 'trein' die bestond
uit de keukenwagen, de compagnieskar en
een dichte vrachtwagen. Ik hoefde niet te
lopen en had ook niets meer te dragen. We
vervolgden onze weg, ik dus in de wagen,
en met een paar onderbrekingen in enkele
plaatsen, kwamen we in de avond van 16
juni aan in Kapelle-Biezelinge.
Na de aankomst trad alles nog een keer
aan en dan ontving je voor de komende
nachtje inkwartieringsbiljet. Ook werd
dan de eventuele post uitgereikt en ditmaal
werden er vijf mannen afgeroepen, voor wie
een telegram was binnengekomen. Een van
die vijf was ik, het telegram vermeldde dat
ik vader was geworden.
Twee van de vijf moesten terug naar
Walcheren, de twee andere maats en ik
moesten de andere kant op. We dachten er
niet lang over, er ging nog een trein van
Vlake naar Bergen op Zoom. We pakten
onze spullen en gingen langs de spoorlijn
van Kapelle-Biezelinge naar Vlake. 't Was
wel een verboden weg, maar dat risico
namen we op de koop toe. We waren op
tijd voor de trein. Ik haalde Bergen op
Zoom en ging van daar naar Steenbergen
en verder met de posttram huiswaarts. Ik
was 's nachts om 2 uur thuis. Gelukkig trof
ik alles in goede welstand aan, maar 't gaf
wel veel verandering in het ouderlijk huis
van mijn vrouw. Mijn schoonouders waren
de babytijd al lang vergeten en dan is het
heel wat anders om zo'n jonge schreeuwer
te horen.
In het gewone leven waren de moeilijkhe
den ook nog niet verminderd, eerder nog
toegenomen. De slagers mochten ook al
niet meer vrij slachten. Alles werd geslacht
onder Rijkstoezicht. Alle vlees werd tot
worst gemalen en van tijd tot tijd werd er
een bon van je kaart toegewezen voor deze
'eenheidsworst'. Erg populair is die naam
niet geworden, maar toch waren er veel
mensen blij als er een bon bekend werd
gemaakt en ieder weer een stuk worst
kon bemachtigen. Ook bij de militairen
werd die worst verstrekt. Ik mocht voor
deze gelegenheid tien dagen wegblijven
en ik werkte wat thuis in de tuin van mijn
schoonouders. Ik scharrelde wat rond en zo
waren die tien dagen nog gauw voorbij. De
eerste morgen na mijn thuiskomst had ik
mijn uitrusting van een eind in het schuur
tje geworpen, maar ik moest het voor mijn
terugkeer toch nog wat opknappen, want
daar was het wel aan toe. Inmiddels was
de compagnie al in Roosendaal en ging
alles weer z'n oude gang. Ik ging me dus
op het Bureau melden en ontving daar
een inkwartieringsbiljet. Ik ging naar het
opgegeven adres en schrok niet weinig toen
bleek dat ik in hetzelfde kwartier zat als
de SMA. Het zou me gauw genoeg duidelijk
worden waarom.
De compagnie lag maar voor een klein ge
deelte in Roosendaal. Enkele secties lagen
in de dorpen buiten de stad. Dit gaf na
tuurlijk meer werk voor de menagemeester
want de afdelingen buiten de stad moesten
ook door hem gefourageerd worden. Hij had
meer mankracht nodig en de SMA vond
dat wel iets voor mij. Ikzelf natuurlijk ook,
want dan had je met dienst of wacht niets
meer te maken. Uit 't een en ander valt
op te maken dat ik bij die SMA nogal in
een goed blaadje stond, 't Was al een man
op leeftijd, men zou kunnen zeggen 'een
vergrijsde in 't vak'. Hij had slechts een
gruwel en dat was alles dat met de Reserve
te maken had, daar kon hij niet 't minste
van verdragen. Daar deed hij dan ook nooit
iets voor. Hij had ook niet zo'n plezierig
leven. Hij had twee kinderen, een zoon op
de Zeevaartschool en een dochter, al vol
wassen, die al jaren op bed lag. Dat stemde
hem ook wel eens mismoedig, maar in
Roosendaal kwam daar ook wel enige ver
lichting in. We waren ingekwartierd in een
heel groot huis en hij was met de bewoners
overeengekomen dat ze een grote kamer
afstonden voor zijn vrouw en dochter. Toen
werd me duidelijk waarom hij mij in zijn
kwartier had opgenomen. Hij kreeg daar
thuis menage uit de compagnieskeuken en
daar zorgde ik dan voor, maar toen hij zijn
vrouw en dochter bij zich had, betekende
het dat er voor die twee mensen extra ook
voeding moest komen. Hij had dat met de
menagemeester besproken en ik vond het
al lang goed, want ik had nu met de dienst
weinig meer te maken.
Het militaire gedoe ging gewoon door. Het
12