De opvang van Belgische vluchtelingen tijdens de Eerste Wereldoorlog in Kloetinge Annebeth Maarsman en Christina Heijboer* In het kader van een archiefopdracht heb ben wij onderzoek gedaan naar de Belgi sche vluchtelingen in Zeeland in de Eerste Wereldoorlog. We kozen dit onderwerp omdat het voor ons een onbekend onder werp was en we er graag meer over wilden weten. We onderzoeken in het eerste deel van ons werkstuk hoe de opvang van de Belgische vluchtelingenstroom in Nederland na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog door de Duitse bezetting van België is verlopen. In het tweede deel besteden we aandacht aan de vraag hoe de opvang van Belgi- jn sche vluchtelingen in Nederland in een ld kleine gemeente werd georganiseerd. Hoe handelde men op lokaal niveau? Voor het beantwoorden van deze vragen hebben we de gemeente Kloetinge, als plattelandsge- j- meente op Zuid-Beveland, centraal gesteld. Deel 1: Vluchtelingenstroom Voorgeschiedenis In de periode voor de Eerste Wereldoorlog was alles aanwezig voor een bewapenings wedloop. In 1914 stonden de Europese kei zers en koningen op het toppunt van hun j macht.1' De koloniën brachten welvaart en ;e prestige. Er bestond een gevoel van nati- "al onaliteit. Iedereen was trots op zijn eigen land, volk en taal. Rondom de eeuwwisseling was Europa het toneel van een ingewikkeld machtsspel tus- sen de Europese landen. De grootmachten verschoven regelmatig van bondgenoot- ie schap en het leek op een schaakspel met zich steeds wijzigende posities. Uitein delijk stonden er twee grote machtsblok- tje ken tegenover elkaar: de Triple Alliantie (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië) en de Triple Entente (Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Rusland). Wanneer een land in oorlog was met een ander land werd au tomatisch ook een ander land of meerdere landen er bij betrokken. Dit was het recept voor het ontstaan van een wereldoorlog. De grootste bedreiging voor Europa kwam van het Duitse Rijk. Na 1870 was Duits land één Rijk geworden. Duitsland groeide niet alleen wat betreft de bevolking, maar ook economisch ontwikkelde het land zich zeer sterk. Alleen op politiek, militair en koloniaal terrein was de Duitse invloed geringer dan van de omliggende landen. De in 1888 aan de macht gekomen keizer Wilhelm II wilde dit veranderen. Engeland, Frankrijk en Rusland voelden zich steeds meer bedreigd door de krachtige industri ële ontwikkeling van Duitsland. Zo nam de rivaliteit tussen Engeland en Duitsland sterk toe door de Duitse vlootbouw van admiraal Von Tirpitz. Er ontstond een wed loop in bewapening. De directe aanleiding voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was de moord op de Oostenrijks-Hongaarse troonopvol ger Frans Ferdinand in Sarajevo door een Servische nationalist. Alle remmen waren nu los. Binnen een paar weken waren de grootmachten in oorlog met elkaar, ver sneld in gang gezet door de eerder gevorm de allianties. Via hun kolonies verspreidde het conflict zich snel over de wereld. Von Schlieffenplan Duitsland werd ingesloten door twee lan den: Frankrijk en Rusland. Deze landen hadden een bondgenootschap gesloten. Om een oorlog op twee fronten te voorkomen had Duitsland het zogenaamde Von Schlief fenplan ontwikkeld.2' In dit plan draaide het allemaal om timing en snelheid. Duits land had berekend dat Rusland zes weken nodig zou hebben om te mobiliseren. Duits land en Frankrijk hadden slechts twee weken nodig. Om Frankrijk te kunnen veroveren, moesten de Duitse legers door België trekken. Duitsland viel op 4 augus- 17

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2014 | | pagina 21