om ze aan het breien te zetten; 'Bedenkt
eens wat het zeggen wil des nachts op
grens- of kustwacht te zijn, op post te staan,
patrouille te loopen, terwijl regen en sneeuw
of stormwind om de oor en giert, of hevige
vorst doet rillen. En hoe 't den militair te
moede zal zijn, die om zich voor eenige uren
ter ruste te leggen slechts kan beschikken
over een strooleger op bivak, in koude ten
ten, tochtige schuren of andere gebrekkige
logies.Het legerbestuur verklaarde
dat het bezit van die muts een weldaad zou
wezen voor menig verkleumend soldaat'.5)
Met later in hetzelfde artikel de motive
rende zin Komt, vrouwen van Zeeland, aan
den arbeid! In Goes gingen de dames aan
den arbeid onder leiding van de dames
De Beaufort en Van Barneveld. Breisters
konden zich aanmelden bij mevrouw
Van Barneveld, waar ze ook een patroon
konden krijgen. Er werd door de dames
wel gewaarschuwd: kant de mutsen niet te
strak af. De onderkant van de muts moest
kunnen rekken tot ongeveer 105 cm. Er
waren bij eerdere zendingen bivakmutsen
exemplaren die te strak waren afgekant,
met het gevolg dat de soldaten de mutsen
niet over hun hoofd kregen.
In Nisse waren de dames ook ijverig aan
het werk: vijf vrouwen en vijfentwintig
meisjes waren druk mutsen en sokken
aan het breien. De dames hadden 51,60
opgehaald om de benodigde wol aan te
kunnen schaffen. De breisters mochten ge
bruik maken van de consistoriekamer, die
welwillend voor het breien was afgestaan.
In St. Maartensdijk had het kerkbestuur
100,- geschonken aan het dames-comité
voor het breien van sokken en nog eens
100,- voor het breien van bivakmutsen.
In begin december 1914 waren er in Zee
land 1.068 bivakmutsen ingeleverd, waar
van 88 uit Borssele, 71 uit Wolphaartsdijk,
37 uit Wissekerke, 30 uit Heinkenszand, 23
uit Kapelle en 101 uit Goes. In heel Neder
land waren in december 36.000 bivakmut
sen gebreid, en in maart 1915 waren dit
er al 61.000. De geschatte waarde van één
muts is ongeveer 0,80 waarmee de Neder
landse dames in totaal ruim 47.000,- aan
het leger hebben geschonken.
Koningin Wilhelmina, die zelf ook breide
voor de soldaten, doneerde 500,- aan het
Koninklijk Nationaal Steuncomité voor
het breien van bivakmutsen. In Goes werd
in april 1915 een subcommissie van het
steuncomité opgericht bestaande uit de
dames Van der Meer Mohr-Baning, Van
Heel-De Bruijne, De Beaufort-Brantsma en
Van Heel-Van Overzee. Dames in Noord- en
Zuid-Beveland die sokken wilden breien
en een bijverdienste zochten, konden zich
bij het comité melden. Interessant aan
deze oproep uit 1915 is dat vrouwen nu
betaald kregen voor
het breien, terwijl alle
eerdere oproepen niet
over een vergoeding
spraken. Voor het
breien van een paar
sokken werd 50 cent
per paar vergoeding
betaald en voor het
aanbreien 25 cent per
paar. De wol werd
beschikbaar gesteld
door Hare Majesteit
Afb. 2. Breiende
gewonde Amerikanse
soldaten. (Collectie
National Archives.)
30