wind soms wel acht uur. Minimaal duurde de heenreis IV2 dag, meestal echter onge veer 3V2 dag, zodat de hele reis meestal meer dan een week duurde. Zowel in Brussel als in Antwerpen kwam er een Duitse militair aan boord. Tijdens de nacht bewaakte die de boot terwijl hij lag afgemeerd. Het lossen werd gedaan onder strenge controle van een Duitse officier, of ook wel door de officier zelf. Aan de soms van de honger neervallende Belgen wer den mossels verkocht. Deze kwamen ze aan boord met een emmertje ophalen. Een vaste prijs was er niet. Men betaalde wat men kon missen. Dat wilde vaak zeggen dat de mossels erg duur werden betaald. Ondanks alles probeerden de Yersekse mosselbazen er een slaatje uit te slaan. De schipper deed meestal mee, anders liep hij het risico dat hij niet meer op België mocht varen. Na het lossen moest de schipper met de (meestal vrij hoge) officier mee naar de Kommandatur waar hij het voor de mos sels betaalde bedrag in ontvangst mocht nemen. Dit gebeurde over het algemeen wel eerlijk. Zonder dat iemand het zag deelde de bemanning intussen de meege smokkelde broden uit aan de bevolking. Sommige profiteurs verdienden daarnaast een flinke som geld erbij door voor veel geld brieven mee te nemen van Belgen om deze in Holland op de post te doen zodat ze bij familieleden aankwamen. Anderen, zoals Betje en haar zus, deden dit uit medelijden voor de Belgische bevolking voor niks. Tijdens de reis naar Brussel, de zoge naamde Brusselse vaart, hoorde je tussen Antwerpen en Brussel constant in de verte een geluid als van een zware onweersbui. Dit gedonder was afkomstig van de ge vechten om de IJzer, waar vele kanonnen duizenden soldaten wegmaaiden als kanon- nenvlees. Dit was ook in Brussel goed te merken. Hier was de verzamelplaats voor alle verse Duitse troepen die naar het IJzerfront gestuurd werden. Het was er altijd een drukte van belang door de vele soldaten die werden aangevoerd en afge voerd. De bevolking werd op grote afstand gehouden. Met lange treinen werden de nieuw aan- Afb. 4. Thuiswerkers met ingemaakte mosselen, 1914-1918. 36

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2014 | | pagina 40