De brooddistributie tijdens de Eerste Wereldoorlog
Onderzoek van enkele aspecten voor Goes en omgeving
Otto W. Hoogerhuis
Schaarste aan levensmiddelen
Al direct na het uitbreken van de Eerste
Wereldoorlog - begin augustus 1914 -
ontstond er een tekort aan eerste levens
behoeften. Uit vroegere ervaringen wist
men dat de prijzen van levensmiddelen bij
schaarste langzaam zouden oplopen; ook
dit was in de beginperiode van de oorlog
het geval. Het werd in toenemende mate
een vertrouwd beeld in de steden en dorpen
dat mensen zich voor de winkels verdron
gen om levensmiddelen te hamsteren. In
1915 bleef de stijging van de prijzen nog
beperkt, maar in de loop van 1916 stegen
de prijzen van primaire levensbehoeften
aanzienlijk. Toen het distributiestelsel in
1917 van kracht werd, was het onvermijde
lijk dat mensen soms uren in de rij stonden
om levensmiddelenkaarten en bonboekjes
te bemachtigen.
Welke maatregelen nam de overheid? Een
belangrijke taak op dit terrein was wegge
legd voor minister F.E. Postuma van Land
bouw, Nijverheid en Handel. Het was zijn
taak als minister om de productie en de dis
tributie zodanig in te richten dat Nederland
in staat zou zijn om de eigen behoefte aan
voedsel te dekken. Na de mobilisatie van
30 juli 1914 werd een verbod van kracht op
de uitvoer van voor de voedselvoorziening
onmisbare grondstoffen. Dit betrof granen,
peulvruchten, suiker, graanproducten,
eieren, aardappelen, boter, kaas, dierlijke
vetten, runderen, varkens en kippen.
Burgemeesters kregen het recht om voor de
huishoudens benodigd voedsel en brandstof
in beslag te nemen en tegen min of meer
normale prijzen te verkopen. Deze wette
lijke mogelijkheden bleken in de praktijk
niet erg effectief. Veel burgemeesters had
den agrarische connecties en waren niet
altijd onpartijdig; controle op misbruik was
moeilijk en er stonden geen zware sancties
op overtredingen.
In de biografie van Annejet van der Zijl
over het leven van Annie M.G. Schmidt
komt een treffende passage voor over
de grote plaatselijke aandacht voor het
hamsteren van levensmiddelen na het
uitbreken van de oorlog. Zo werden na het
van kracht worden van de eerste distribu
tiemaatregelen in de pastorie van Kapelle
een aantal maatregelen genomen. Do
minee Schmidt en koster Geert Lepoeter
timmerden een geheime bergplaats voor
een tarwevoorraad in de bedstee van de
pastorie, legden een moestuin aan in de
pastorietuin en transformeerden de oude,
modderige watergang aan het einde ervan
tot een eendenvijver.
Broodvoorziening
In het vervolg van dit artikel word eerst
ingegaan op een aantal aspecten die in ver
band staan met de voorziening van brood
als primaire levensbehoefte. Al in augustus
1914 werd duidelijk dat een stijging van
de broodprijzen niet zou uitblijven. Bij
het uitbreken van de oorlog was gezien de
beperkte voorraden aan tarwe in ons land
en de problemen die ontstonden bij de aan
voer uit onder meer Noord-Amerika, grote
zuinigheid bij het tarwegebruik geboden.
Duitsland had een onbeperkte duikboten-
oorlog afgekondigd en dit bracht met zich
mee dat ook Nederlandse koopvaardijsche
pen die Amerikaans graan naar Nederland
verscheepten verloren gingen.
Al op 7 augustus 1914 werd door minister
Folkert Posthuma van Landbouw, Nijver
heid en Handel op grond van de Wet van
3 augustus 1914 aan burgemeesters de
bevoegdheid toegekend om de voorraden
tarwebloem bij fabrikanten en meelhan
delaren nauwkeurig te controleren. Indien
men niet bereid was tarwebloem aan bak
kers te verkopen tegen 14.- per 100 kilo
netto aan de fabriek of magazijn, moest de
40