m B 5 WKIÊÊIÊËBmÊÊL B 400 I van de voedingswaarde in grote trekken vergelijkbaar was met de gangbare brood soorten. De belangrijkste grondstof van het gewone consumptiebrood was tarwe. De regering liet onderzoeken of dit deels door een ander goedkoper voedingsmiddel kon worden vervangen. De voedingswaarde zou bij vervanging dan niet minder mogen zijn dan bij die van de meest gebruikelijke broodsoorten. Zo werden met verschillende voedings middelen proefbroden gebakken van uiteenlopende samenstelling. Het ging om experimenten met roggemeel, havermout, maïsmeel, aardappelmeel en rijstmeel. Van het gebruik van havermout en maïsmeel moest later weer worden afgezien omdat hiervan een te geringe hoeveelheid in ons land aanwezig was voor broodbereiding. Over de proefbroden die met aardappel meel waren gebakken was men aanvanke lijk tevreden. Na onderzoek en beproeving verdween deze tevredenheid omdat bij een bepaalde toevoeging aan aardappelmeel het gehalte aan eiwitstoffen veel te laag was. Een gunstiger resultaat werd verkre gen bij het verwerken van mengsels met tarwebloem en rijstmeel en het vervan gen van een deel van de tarwebloem door zemelen. Regeringsbrood In verband met de voortdurende schaarste aan grondstoffen legde de overheid de prijzen en de consumptie van basisartike len steeds verder aan banden. Zo ging het Rijksbureau voor de distributie van graan en meel (Centraal Broodkantoor) zowel als broodfabrikant als distributeur van brood optreden. Het gevolg hiervan was dat het zogenaamde regeringsbrood werd geïntroduceerd. Het regeringsbrood werd verstrekt tegen betaalbare prijzen en soms zelfs onder de kostprijs. Dit regeringswit of regeringstarwe was brood dat Nederlandse bakkers verplicht waren te bakken met meel van in hoofdzaak inlandse tarwesoor- ten. Door het bleken en de toepassing van andere experimentele methoden slaagde men er bij het bakken van het brood dit een steeds witter uiterlijk te geven. In de praktijk bleek dit belangrijk voor de ac ceptatie hiervan. Gaandeweg nam dit de bezwaren bij de consument tegen het rege ringsbrood weg. De basis voor het bakken van regeringsbrood werd aan de gemeenten door minister Folkert Posthuma van Land bouw, Nijverheid en Handel geboden op grond van zijn missive van 24 april 1915, afdeling A.S., no. 455 (Staatsblad nr. 351). Wat was de gemiddelde samenstelling van het regeringsbroodEn de prijs? Het brood werd gebakken van ongebuild [ongezeefd, red.] tarwebrood. Aan het ongebuilde tarwemeel werd alleen gist, water en zout toegevoegd. Het werd ter beschik king gesteld voor de prijs van 12 cent per kilogram. Het gewicht mocht niet meer dan 5 procent afwijken van 500 gram of een veelvoud daarvan. Ieder hoofd van een huisgezin of een alleenwonende kon ongebuild tarwebrood betrekken nadat dit aan de gemeente was gemeld. De naam van de gekozen bakker en grootte van het huisgezin moesten op het gemeentehuis worden gemeld. De betreffende bakkers konden ongebuild tarwemeel betrekken tegen gereduceerde prijzen. Ook de ge- 143' tijdvak 400 Sol g *5 143. tijdvak 400 RDks-Brnfnüroodkaarl •p fan Intrt f* v«rkrij|kaar FY3 BniakrMd T*rw»m«et. W# iKkh nu M 143* pint. 143» tijdvak al 143* tijdvak 400 i?iÉl 143» tijdvak Afb. 3. Een distributiekaart voor bruin- brood met bonnen voor 400 gram brood. Op een van de bonnen kon ook 300 gram meel worden verkregen. Collectie gemeentear chief Goes.) vv -■*. •run krofa JC UttaliiMaab t»a aefcfutk* vaa 1» fcauter A •a bat gftxift waart» b,j bwkatrt s? 7S «M... k.rlrMkl 5 '4» F.y*fa UMtr- tlki.ui. Aadiriaa d A •r«m krui i' bi Ör»a» to-»» wf 300 fram rnaaL 43

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2014 | | pagina 47