vember en ging de militaire mars verder
richting Goes. Willem zag de inwoners van
Krabbendijke op die dag ter kerke gaan.
In gedachten speelde hij met de vraag wat
de kerkmensen nu wel van al die militaire
bedrijvigheid in hun dorp gedacht zullen
hebben. Willem: Strijdt niet het militai
risme tegen de Ordinantiën Gods en is het
niet een vloek op aarde. Ook dacht hij op
die dag aan de familie thuis: het was toen
net de dag, dat mijn schoonouders 25-jarige
echtverenigingsfeest vierden.u) Rond 2 uur
kwam de compagnie van Willem in Goes
aan. Hij werd voor één nacht ingekwar
tierd bij een sigarenverkoper op de Bees
tenmarkt. Willem was erg tevreden over
het verblijf bij deze mensen: Het was een
goed huis. Ik was alleen, want er waren ook
drie telegrafisten. Ik ben 's avonds met hen
mee geweest naar het station voor draad
loze telegrafie,15)
De volgende maandagmorgen verlieten de
militairen Goes weer. Via 's-Heer Hendriks
kinderen ging het naar de Sloedam, Nieuw
en Sint Joosland, Arnemuiden daarna naar
Middelburg, Willem marcheerde hier voor
de tweede keer als militair door de Lange
Delft. Vervolgens ging het richting
Vlissingen.
Bij het militaire vliegkamp in Vlissingen
werd de compagnie voor de eerste keer
geïnspecteerd door de commandant van
Walcheren, de zgn. God van Walcheren.
Willem: Deze naam heeft hij niet doorzijn
godheid verkregen, maar voor hem ging
iedere soldaat het liefst een straatje om als
hij in aantocht was.16)
Na de inspectie ging Willems compagnie
naar de aanlegplaats van de mailboten,
die voor de oorlog van Vlissingen naar
Engeland voeren. Hij zag hier de Koningin-
Regentes aan de kade liggen.17' Deze mail
boot is in het laatste oorlogsjaar door een
Afb. 7. Het wachthuisje aan de grens bij Putte. Volgens Willem was dit wacht nr. 4. Het
wachthuisje bevond zich aan de rechterzijde van de draadafsluiting gezien vanuit de Belgi
sche kant. In de draad bevond zich een nauwe doorgang om passanten te kunnen controleren.
(Collectie F. Meeus, Kapellen.)
64