1
werd 'clown' genoemd. Ik weet niet waar
dit vandaan kwam. Op school hadden we
weinig of geen contact met hen. Er waren
nog twee kinderen Corrie en Cathrien.
Familie De Punder
Beide oma's droegen als achternaam de
Punder. Zij waren nichten van elkaar. Koe-
ba trouwde met Ube de Jonge en Kee met
Merien Boudens (Boetense).
De vader en moeder van mijn moeder heb
ik amper gekend. Ze woonden wel bij ons
in, maar opa overleed in 1942 en kort
daarna ging oma naar Oostburg naar een
bejaardenhuis. Opa werd het huis uit ge
dragen door de voordeur die toen misschien
voor het eerst gebruikt werd. Hij was een
keer heel ziek omdat hij een heel siepje
aardbeien had opgegeten. Wat ik me nog
herinner is dat ik de kerkelijke begrafenis
mocht bijwonen.
Van oma weet ik niets. Zij overleed in 1944
en werd in 1945 herbegraven op het paro
chiekerkhof naast haar man. Omdat ik nog
zo jong was toen mijn opa en oma overleden
heb ik geen herinneringen aan hen en aan
hun broers en zussen.
Dit in tegenstelling tot de broers en zussen
van mijn oma van vaderszijde. Ik kende
(oud)oom Frans, oom Willem, moe Tanne
en moe Leune. Oom Frans woonde naast
ons aan de Siguitsedijk, over hem heb ik al
verteld.
In Nissestelle woonde oom Wullem de Pun
der. Hij had daar een boomgaard. Ik kwam
er wel eens als ik met iemand op de fiets
mee kon rijden. Zijn vrouw Jone overleed
ten gevolge van een ongeluk. Ze reed met
de fiets de dijk af en brak haar nek. Ze
hadden een stel kinderen waarvan ik me
Nellie herinner omdat zij akela was bij de
welpen.
Eveneens in Nissestelle woonde moe Leune
de Punder en oom Kees Huige. Ze hadden
een boerderijtje ongeveer tegenover het be
drijf van oom Wullem. Ze verhuisden later
naar het dorp.
Op Ovezande woonden moe Tanne en oom
Dingenis Priem. Ze hadden geen kinderen.
Het was er altijd netjes. Midden op tafel
stond een zilveren theeblad met kopjes met
een blauw motief en een suikerpot.
Ze waren, zeker moe Tanne, zeer conserva
tief en de kerk bepaalde haar leven geheel.
Wat de pastoor zei was wet. Zo herinner ik
mij dat ik met tante Tanne, die net uit het
klooster was getreden, bij haar op bezoek
was. Moe Tanne weigerde met haar te
praten want een uitgetreden non gold als
een verrader. Zij praatte alleen met mij en
ik kreeg een kopje thee, maar de afvallige
niet.
Opa had nog een zus waar ik alleen wat
over hoorde. Zij was getrouwd met een ze
kere Jellema. Maar ze waren gebrouilleerd.
Zijn broer Kees, die jong was gestorven,
was getrouwd met een zus van oma Co de
Punder. Zij woonde aan het Schellepadje.
Mijn leeftijdgenoten en de inwoners
van het dorp
Ik herinner mij nog de volgende jongens en
meisjes uit het dorp waar ik geregeld con
tact mee had en waarmee ik vaak speelde.
Ik weet niet meer of ze klasgenoten waren.
In ieder geval waren we van dezelfde leef
tijd.
Jaap Grim
Hij was iets ouder dan ik en woonde onder
aan de Siguitsedijk dicht bij de smid Hun-
dersmarck. Zijn vader was landarbeider
evenals, naar ik meen, zijn oudere broers.
Hoewel we vanaf de kleuterschool veel
samen optrokken was er toch een 'stands
verschil'. Ik kwam dan ook niet veel bij
hem thuis, hoewel hij maar een paar hon
derd meter van ons af woonde. Hij was nu
niet bepaald iemand die het buskruit had
uitgevonden. Als we kattenkwaad hadden
uitgehaald was hij meestal degene die be
trapt werd en de klappen (soms letterlijk)
kreeg. Hij tuinde er snel in. Het was nog
in de tijd van de kleuterschool of misschien
van de eerste klas van de lagere school dat
het tot een vechtpartij kwam tussen hem
en mij. Ik heb hem toen in de moddersloot
die langs de Kerkdreef liep gegooid. In
deze sloot kwam ook het rioolwater van de
aanliggende woningen uit. Dus die was
niet zo fris. Hij kroop er uit, maar was
onherkenbaar door de modder en het kroos
12