dus voor hem geen probleem om ons te vertellen hoe vrouwen kinderen ter wereld brachten. Hij is naar ik mij herinner op jonge leeftijd verdronken. De Winter In de buurt van de Mooie Staak was een boerderij van de familie De Winter. Ver schillende kinderen gingen altijd te voet naar de school in Kwadendamme. Ze wer den 'Zoutzijkertjes' genoemd. Rijk In de Kaneelpolder stond de boerderij van Ille Rijk. Hij had een dochter Keetje, even eens zo oud als ik. Zij was het enige meisje op de school dat nog in klederdracht liep, met een poepinne musse. Met haar moest ik op de dag van de eerste communie - 3 juni 1945 - dansen. Ik werd natuurlijk geplaagd dat ik met Keetje ging. De Winter Aan wat toen de Zanddijk heette (het westelijke deel van de Siguitsedijk), in de buurt van de boerderij van Piertje van 't Westeinde woonde ook een familie De Win ter. Hun zoon Kees zat bij mij in de kas. Hij werd Kees Pinte genoemd. Govers Eveneens aan de Zanddijk, een paar huizen verder dan de familie De Winter woonde Keesje Govers. Hij had kinderen van mijn leeftijd. Mijn vader en moeder kwamen er wel eens. Bij de bevrijding in oktober 1944 werd hun huis verwoest. Ze verhuisden daarna naar een klein huisje op de Vreelandsedijk. Waarschijnlijk zijn er bij de bevrijding kinderen van hem om gekomen. Hoondert Verder de Zanddijk op woonde Pier Hoon dert. Zijn zoon Jan zat bij mij in de klas. Steenbakker Iets verder woonde familie Steenbakker waarvan ook een van de kinderen in mijn klas zat. Kort na de oorlog overleed een van hun zonen aan TBC. Of het mijn klas genoot was weet ik niet meer. Ze woonden naast Mels Boonman, de koster en dood graver. Hubert de Jonge, geboren 30 augustus 1937 te Kwadendamme, heeft na het gymnasium rechten gestudeerd in Utrecht. Begonnen als advocaat te Utrecht, daarna enige jaren bij V&D gewerkt. In die tijd was hij wethouder te Bunnik. Daarna burgemeester geweest van Montfoort en Sassenheim. Na zijn pensione ring is hij weer teruggegaan naar Zeeland en heeft in Kamperland gewoond. In die tijd was hij bestuurslid van de Heemkundige Kring De Bevelanden. Hij heeft veertien jaar in Zeeuws-Vlaanderen gewoond en is daar als geïnteresseerde in de lokale geschiede nis bij de Oudheidkundige Kring de Vier Ambachten gegaan en enige jaren voorzitter geweest. De auteur spreekt nog graag het Zeeuws dialect en leest veel over Zeeland en met name Zuid-Beveland, waar hij tot ca. 1550 zijn voorouders kan traceren. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2014 | | pagina 17