Slot Over de hele periode van het werk van de Maatschappij zagen we Dirk Dronkers op treden. Hij vertegenwoordigde menigmaal de Maatschappij in zaken. Als Zeeuwse aannemer zal hij zich niet hebben kun nen verenigingen met de werkwijze van de Engelsen. Maar hij had te weinig invloed om daarin verandering te brengen. We zien Dronkers in 1866 voor de laatste keer in dit project optreden, als hij en een ander bestuurslid van de Maatschappij zich ver dedigen tegen de aanspraak van ambachts gerechtigden op ingedijkte gronden binnen de polders. Deze zaak liep al vanaf 1853. In 1906 overstroomden de Bathpolders op nieuw. De Engelse maatschappij beschikte over onvoldoende financiële middelen om de schade te herstellen. Daarna zien we dat de polders van de Engelse maatschap pij werden overgenomen voor een bedrag van slechts 100.000. De nieuwe Neder landse eigenaren zijn spoedig daarna over gegaan tot het herstel van de dijken van de beide Bathpolders. 26 Noten: 1. Meer over rijsendammen is te lezen in de vondstmel ding bij Viane uit 2011, van Bas Chamuleau. 2. Dekker en Baetens, Geld in het water. 3. Clark, Calculating hoy, biz. 210 ev. 4. Clark, Calculating boy, idem. 5. ZA:,361.3 Rijkswaterstaat Directie Zeeland, Deel III: Kaarten en tekeningen; nrs 2050-2052. 6. Dit was een onderwerp tijdens een vergadering van 13 januari 1862 van het instituut van Ingenieurs in Engeland. Daar heeft de heer E. Olander een rede voering gehouden over de indijking van land en de aanleg van zee- en andere dijken. (Zie Clark 1983. p.210-213). 7. Bron: Rijkswaterstaat, Database Jaargemiddelden waterstanden Wester- en Oosterschelde, vanaf 1862. 8. Clark, Calculating hoy, biz. 208-213: George Parker Bidder schreef in de Civil in 1861 over zijn erva ringen met getijden op de Noordzee en langs de Nederlandse kust. Bidder geldt in Engeland als een van de grote figuren in de Industriële Revolutie. Zijn inspanningen aan de Oosterschelde hebben niet tot dit beeld bijgedragen. 9. Ortt, Voorlopig verslag en tekening van de eerste polder te Bath met aanwijzing van de stormschade op 26 september 1853. 10. Ortt, Definitief verslag van de dijkdoorbraken op 26 september 1853 van 16 augustus 1854 met dwarspro fielen van de slikken. 11. De hoogte van de schorre vóór de bedijking van de polder zal op een hoogte vanaf 1,60 m +NAP hebben gelegen. Het landniveau binnen de huidige polders ligt nu op ca 0,5 -1,5 m +NAP (AHN). Dat kan in de loop van de tijd iets zijn ingeklonken en door bewer king wat zijn geëgaliseerd. 12. Gerhardt, Testament. 13. De Bruin, Stormvloeden. Dijkhoogten in 1838 zijn 5,30-5,60 meter +NAP. 14. Archief Rijkswaterstaat, tekening 2052: Tweede polder. Hierop zijn de profielen van het dijkontwerp getekend. De dijkhoogte varieert van 3,30 meter tot 4,00 meter boven hoogwater en de aanlegbreedte van 3,20 meter tot 3,50 meter. Bronnen: ZA: Toegang 460.1, Inventaris archief Provinciale Water staat, 1877-1973. ZA: Toegang 361.1, Inventaris archief Rijkswaterstaat. 1800-1980. ZA: Toegang 133.1, Directie der Registratie en Domeinen, 492 J concessie Dronkers, 1848, 1876. ZA: Toegang 133.2, Directie der Registratie en Domeinen in Zeeland en daaronder ressorterende organen: Leggers en overige registers. ZA: Toegang 292, Kaarten Zeeland. (Kaarten de Waard en aanwinsten kaarten rijksarchief in Zeeland.) ZA: Toegang 361.3, Rijkswaterstaat directie Zeeland deel III: kaarten tekeningen. ZA: Toegang 219, Landbouwmaatschappij De Bathpolders en Zeeuwsche Fruitteelt Maatschappij. Concessie, akten, verslagen omtrent de dijkdoorbraken van 26 september 1853, met kaarten en tekeningen, en overige stukken afkomstig van de Netherlands Land Enclosure Company, met bijlagen, 1849-1886. ZA, Toegang 219, ir. JRT Ortt. Voorlopig verslag van de dijkdoorbraken en tekening van de eerste polder te Bath met aanwijzing van de stormschade op 26 september 1853. ZA, Toegang 219, ir. JRT Ortt. Definitief verslag van de stormschade op 26 september 1853 met adviezen van 16 augustus 1854 inclusief dwarsprofielen van de slikken. Literatuur: AHN. Actuele hoogtekaart Nederland: http://ahn.geodn. nl/ahn Aarssen, P.J. Rilland, Bath en Maire in de loop der eeuwen. Kruiningen 1977. Bruin de, M.P Waken en Bewaren. 100 Jaar Provinciale Waterstaat Zeeland. Middelburg 1981. Bruin de, M.P. Stormvloeden in Zeeland. In: Waterbouw kundig tijdschrift O.T.A.R. augustus 1958. Chamuleau, S.J.J. Onze Monumentale Zeeuwse dijken. Ontwikkeling van onze dijkbouwkunst. Kapelle 2006. (Niet uitgegeven.) Clark, E.F. George Parker Bidder; The Calculating boy. Bedford. 1983. Coen, I. Ontstaan en ontwikkeling van de Wester schelde, in: Water nr. 43- november/december 1988. Colijn, P.J. Zee en Rivierwerken. Amsterdam 1921. Cools R.H.A. Strijd om den grond in het lage Nederland. Utrecht 1948. Dekker, en R. Baetens, C. Geld in het water. Antwerps en Mechels kapitaal in Zuid-Beveland na de stormvloeden in de zestiende eeuw. Hilversum 2010. Dibbits H.A.M.C. c.i. Nederland-Waterland. Utrecht 1950. Gerhardt M.I. e.a. Hettestamentvan Adriaan van Bom- menee. Middelburg 1988. Pieters en M.P. de Bruin, H. Andries Vierlingh en zijn

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2014 | | pagina 30