een boodschapper te paard van Kloetinge
naar Yerseke gekomen met de wete, dat
de geliefde echtgenote van de Hoogedel
Gestrenge Heer Generaal-Majoor Knoll,
Ambachtsheer van Yerseke, op die zondag
morgen om elf uur in den ouderdom van
69 jaar te Kloetinge was overleden. Het
echtpaar Knoll woonde nu ruim tien jaar in
Kloetinge. Zij waren vaak met hun rijtuig
naar Yerseke gekomen, naar het statige huis
staande op de hoek Vierstraat-Dreef, be
woond door Dignus Dominicus die nu weer
al twee jaar geleden was overleden. Een
ieder op Yerseke kende deze statige, def
tige Generaal-Majoor Knoll en zijn vrouw
Digna wel.
Door de aannemer Van Leeuwen werd de
dagen na het overlijden op de zuidooste
lijke hoek van het kerkhof bij de kerk te
Yerseke een grafkelder gemetseld. De ter
aardebestelling van Digna Dominicus vond
er plaats op vrijdag 15 december 1854.9'
Het testament van Pieter Ysaak Knoll
Op 24 juli 1857 liet generaal-majoor Pieter
Ysaak Knoll door notaris A.W. Rembges
zijn testament opmaken.10' Op 16 novem
ber 1858 overleed hij in zijn woning C 237
in de Lange Vorststraat te Goes. Daar
woonde hij vanaf 3 mei 1856. Hij werd
begraven op het kerkhof te Yerseke in een
grafkelder naast die van zijn vrouw. De
graven waren gedekt door twee forse zer
ken. Het geheel werd omgeven door een
degelijk smeedijzeren hek.
De generaal-majoor was een man van ge
zag en aanzien en dat wilde hij ook weten.
Hij was trots op zijn hoge onderscheidingen
en trots op zijn titel van ambachtsheer
van Yerseke. Door bepalingen in zijn testa
ment trachtte hij te bewerkstelligen dat de
herinnering aan hem en zijn echtgenote -
vooral in Yerseke - levend zou blijven.
Om te beginnen was het belangrijk dat de
graven keurig verzorgd zouden worden.
Daartoe legateerde hij aan de kerk een
bedrag van 1.000,-. Daarbij bepaalde hij:
dat uit de jaarlijksche revenuen van deze
som voortdurend in een goeden staat zal
moeten onderhouden worden mijn graf en
dat van mijne overledene echtgenoote vrouw
Digna Dominicus, met het daarom staande
ijzeren hek en den tuin op het kerkhof te
Yerseke. De afspraak over de graven was op
20 november 1855 in een onderhandse akte
met de kerkmeesters vastgelegd.11'
Aan de gemeente Yerseke legateerde hij
een aantal persoonlijke bezittingen, zoals
zijn onderscheidingen en eretekenen, zijn
sabel en zijn degen, een paar gouden gene-
raalsepauletten, enz. Dit was ten einde tot
een duurzaam aandenken aan mijn persoon
te verstrekken. In de vergadering van de
gemeenteraad van 15 januari 1859 werd
dit legaat aanvaard. De gemeente liet een
mooi glazen kastje vervaardigen waarin
de attributen veilig, maar goed zichtbaar
werden opgeborgen. Het kastje kreeg een
prominente plaats in het parochiehuis.
Een ander legaat, ter grootte van 1.500,-
was bestemd voor de diaconie van de Her
vormde Gemeente Yerseke. Hiervan was
500,- vrij te besteden ten behoeve van de
armen, maar met de resterende 1.000,-
had de generaal-majoor een speciale bedoe
ling. Dit bedrag diende om mijne overle
dene echtgenoote vrouwe Digna Dominicus,
welke in Achttienhonderd vier en vijftig te
dien dage (15 december) aldaar is ter aarde
besteld, voortdurend in gedachtenis te doen
houden.
De opdracht voor de diaconie was om uit de
renteopbrengst jaarlijks - tot in lengte van
dagen - aan de behoeftige lidmaten van de
kerk eene uitdeeling van honderd vijftig
goed doorbakken tarwebrooden, ieder van
een Nederlandsch pond gewicht te orga
niseren. Op deze manier zou de bevolking
ADVERTENTIEN,
lieden cvefleed plotseling in den ouder
dom van 76 jaren de HoógLdelGestrenge fleer
PIETERYZAAK K NÓLL 'YERS'IR Egepen-
siouneerd Generaal-Majoor dor Infanterie, Ridder der
Orde van den Nederlandschen Leeuw en der Militaire
•Willems-orde en Officier' van het Legioen van Eer.
Goes, den 16 November j|858.
A. W. REMBGES ,-
J. 11. DE LAAT dï KANTER.
lixeculeurën-tetlamenlair.
Ook namens hunnen mede-executeur
den heer.D, P. DOMINICUS.
Afb. 4. Overlijdensadvertentie van Pieter
Ysaak Knoll. (Goessche Courant, 18
november 1858.)
39