Bijlage 1
Middelburgsche Courant, dinsdag 25
juli 1865.
Rechtszaken.
Zaturdag stond voor het provinciaal ge
rechtshof in Zeeland terecht Franciscus
Johannes Bouwens, oud 29 jaren, geboren
te Goes, schildersknecht, laatst wonende te
Brussel, beschuldigd van diefstal in een be
woond huis met behulp van binnenbraak.
Acht getuigen werden in deze zaak ge
hoord. Uit hunne verklaringen en de voor
gelezen processtukken deelen wij beknopt
het volgende mede:
Bij testament van 24 Juli 1857, verleden
voor den notaris A. Rembges te Kruinin-
gen, vermaakte de sedert overleden gene-
raal-majoor P. J. Knoll aan de gemeente
Yerseke een paar gouden generaal-majoors-
epauletten, een zilveren sjerp, binnenzijds
bekleed met wit leder en aan de einden
voorzien van een zilveren haak en gesp,
drie groote en drie kleine kruizen, een ba
ret met twee kleine en een groot metalen
kruis, welke ridderteekenen behoorden tot
de Militaire Willemsorde, de orde van den
Nederlandschen leeuw en het Legioen van
eer (officiersrang). Al deze voorwerpen wer
den bewaard in een glazen kastje, hangen
de aan den wand in eene aan de straatzijde
gelijkvloers grenzende voorkamer van het
parochiehuis te Yerseke.
Den 16 November jl. deed de beschuldigde
- die valsche knevels had opgezet, gebroken
Vlaamsch sprak, zich uitgaf voor een Parij-
zenaar en zich Isidore Claeyssens noemde
- van de stoomboot Telegraaf, komende
van Antwerpen, zich op Zuid-Beveland
aan wal zetten. Hij vervoegde zich reeds
in den vroegen morgen van dien dag bij
den arbeider C. Blom te Rilland en hield
zich ook eenigen tijd op bij den opzichter
P. Kakebeeke te Waarde. Den volgende dag
nam hij zijn intrek in het bovengenoemd
parochiehuis te Yerseke, tevens dienende
tot herberg, waar hem de gemelde voorka
mer, welke tot slaapvertrek was ingericht,
werd aangewezen. Hij vertoefde daar van
den 17 tot den 19 November en had zich op
de nachtlijst ingeschreven als I. Claessens,
commissionair et propriétaire te Lillo. In
den nacht van laatstgenoemden dag om
streeks drie uren nam hij het glazen kastje,
waarin de epauletten enz. bewaard wer
den, van den wand en legde dit op zijn bed,
besmeerde het glas met zeep en opende het
kastje met behulp van een haakje der ven
sterblinden.
Vervolgens maakte hij zich meester van de
in het kastje zich bevindende voorwerpen,
waarmede hij de vlucht nam door een der
aan de straat uitkomende ramen. Na zich
van zijn valsche knevels ontdaan te heb
ben begaf hij zich op den Reigersbergschen
dijk in de richting van den Engelschen
polder. Zijn hoed heeft hij weggeworpen
en door een ander hoofddeksel vervangen;
evenzeer heeft hij een zilveren wit lederen
riem met zilveren gespen weggeworpen of
verloren; deze voorwerpen zijn later gevon
den. In gezelschap van twee als getuigen
gehoorde personen is hij overgevaren naar
Woensdrecht en vervolgens naar Brus
sel teruggekeerd, waar hij de ontvreemde
voorwerpen bij een goud- en zilverwerker
heeft verkocht voor 235 francs, onder den
voorgewenden naam van Jan Jacobs de
Leopold Breff.
De beschuldigde bekende het hem ten laste
gelegde feit volmondig. Hij gaf op dat hij,
te Brussel zijnde van het aanwezig zijn van
het glazen kastje in het parochiehuis te
Yerseke had gehoord en zich van Brussel
derwaarts heeft begeven met het doel om
die voorwerpen te ontvreemden, daar de
43
12. ZA, Archief Hervormde Gemeente Yerseke, voorl. inv.
nr. 436.
13. als noot 12, voorl. inv. nr. 17.
14. de tekst op de zerken luidde als volgt:
Hier ligt begraven De HoogEdel Gestrenge Heer
Pieter Ysaak Knoll ridder der Militaire Willemsorde,
der orde van den Nederlandschen Leeuw en officier
van het Legioen van Eer, gepensioneerd generaal ma
joor der infanterie, oud provinciaal kommandant van
Zeeland en ambachtsheer van Yerseke, overleden den
16 November 1858 in den ouderdom van 76 jaren.
Hier ligt begraven De Weledelgeboren Vrouwe Digna
Dominicus echtgenoote van den generaal majoor Pie
ter Ysaak Knoll, ridder der beide rijksorden, officier
van het Legioen van Eer, ambachtsheer van Yerseke,
overleden den 10 December 1854 in den ouderdom
van 69 jaren. (PC. Bloys van Treslong Prins, Genea
logische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit
de kerken der provincie Zeeland, Utrecht, 1919, pag.
120-121.)
15. 15. Als noot 8. (documentatie Waverijn).
16. 16. Als noot 12, voorl. inv. nr. 439.
17. 17. Als noot 12, voorl. inv. nr. 898.