C ADix den 19September. In deeze Baay zyn gearriveert het Schip jan en Jacob moet na de StraatNicola as blanch et van Liffabon moet na Genua Jean Rcynaud van M ancnique moct na Marfeillcen Aug: Vila van Lilfabon en vcrtiokken Capt. Thevenard, Antonio Solary en Pedro de la Rue na America, Cape* Tfomp na Genua en Livoino, Jofeph Tomaflïn na de Ca- natiënen Pedro Augiand na dc Caap Frances en alhier leg- gen nochclf Fianfe i Sweeds en 3 Hollandfe Schepen. Afb. 2. Oprechte Haerlemsche Courant 19-9-1740, Koninklijke Bibliotheek. van een dergelijk slavenschip hem verze kerd heeft hoe hij menigmaal waargenomen heeft dat zwarten blank werden geboren en dat enige dagen na de geboorte de verkleu ring aan het uiterste deel van het schaam- lid begon en hij voegt daaraan toe dus draagt Chams nakoomlingschap aan die plaats het teken van godlijke straffe, daar hij zijn eigen vader omtrent bespot had (vgl. Genesis 9:20-27).1) Ook waren er dominees die de slaventrans- porten van het protestantse Zeeland recht vaardigden met de opmerking dat dan ten minste het juiste geloof werd gebracht naar landen zoals Brazilië, dit in tegenstelling tot de katholiek gedoopte slaven die Spanje en Portugal daar naar toe brachten.8' Na zijn varen voor de MCC trad Pieter in dienst van de Kamer Zeeland van de VOC. Daar bracht hij het tot luitenant. Als officier van de VOC moest je van eerlijke en goede komaf zijn en Protestants. Vaak begon je als cadet en klom dan op tot luitenant.9' Of Pie ter dat ook zo heeft gedaan is niet bekend, maar gezien zijn snelle carrière minder waarschijnlijk. De jaren bij de MCC en eer der genoemde connecties binnen de familie De Waeijer kunnen ook een rol gespeeld hebben. Vermoedelijk heeft ook de achter naam De la Rue meegespeeld want in het compacte Middelburg kende men elkaar en er was daar een aantal De la Rue's die zeer betrokken waren bij de scheepvaart.7,10' De aankomende officieren moesten voor hun aanstelling nog wel een examen on dergaan en voor de functie de zogenaamde 'recognitie' betalen.11' Op 25 april 1743 vertrok Pieter als derde- waak op het schip 't Huijs ten Duijn van de VOC van Rammekens naar Batavia. Hij kwam terug naar patria, ook als derde- waak, op de Vlissingen in 1744.12) Van zijn benoeming tot derdewaak is sprake in de notulen van de bewindhebbers van de VOC van 14 januari 1743. Hij werd aangesteld door bewindhebber Van der Mandere.13' In diezelfde maand, op 24 januari 1743, werd op recommandatie van de Heeren van de Magistraat van Middelburg door de Staten van Zeeland besloten om Pieters verzoek voor een meerderjarigheidsverkla ring veniam aetatis (gunst ten aanzien van de leeftijd omdat de wettelijke grens van meerderjarigheid nog niet bereikt was) te honoreren, waarna vervolgens brieven van emancipatie werden gemaakt in communi forma (=gewone vorm/formaat).11 Deze toestemming was benodigd om juridisch zelfstandig te kunnen optreden in verband met zijn benoeming tot officier bij de VOC, en vond daarom plaats voor zijn vertrek op het schip 't Huijs ten Duijn. Hij was toen net 23 jaar oud. Daarna was Pieter onderstuurman van de Westkapelle die in 1746 uitvaarde van Rammekens naar Batavia. Voor deze func tie was hij aangesteld door bewindhebber Van Citters. In de archieven van Kaap de Goede Hoop staat vermeld dat Pieter op 1 november 1746 in Kaap de Goede Hoop opperstuurman werd op de Ouwerkerk omdat de schipper, Bernardus Heijmans, overleden was, en de opperstuurman, Ja cob Gilles Melts, de taak van de schipper 34

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2014 | | pagina 36