K-+y. <>u ,j
Afb. 5. Archief Raad Goes 4-4-1767, Gemeentearchief Goes.
als aanmonsterdatum genoemd de boven
genoemde 25 juni, en als uitreisdatum 9
juli bij oostzuidoostelijke wind. De wind
richting was dus gunstig op dat moment.
In een door hem ondertekende brief die
Pieter stuurde aan de bewindhebbers op 12
juli 1749 stond over die uitreis dat hij wel
moest blijven liggen langs de Engelse wal
vanwege de verkeerde windrichting aldaar
op dat moment. Deze brief werd vermeld
in de notulen van de bewindhebbers maar
is door hen in hun vergadering verder voor
kennisgeving aangenomen.13' In dezelfde
brief werd nog melding gemaakt wanneer
ze Vlissingen passeerden en de loodsboot
afscheid nam. Ook werd in de brief nog
vermeld dat ze bij de Engelse kust het
VOC schip de Deunisveld van de Kamer
Delft onder schipper Maarten van der Meer
tegenkwamen. Inderdaad is dat schip op
dezelfde datum 9 juli 1749 uitgevaren van
Goeree op weg naar Batavia.12,13'18)
Pieter verliet de dienst van de VOC in 1753
na zijn terugkeer met de Pasgeld.u'18> Ken
nelijk wilde hij in die tijd ook wat zaken
afwikkelen. In de archieven van Kaap de
Goede Hoop staat dat in 1753 een agent
van Pieter, genaamd Anthonij Leertouwer,
op verzoek van Pieter zijn slavenjongen
Philis of the Cape vrij laat, met als zeker
stelling deze Anthonij en ene Jan Jacobsz,
die dragonder was in Stellenbosch.20
Voor hun trouwen op het eind van 1748
hadden Pieter en zijn vrouw Petronella
huwelijkse voorwaarden gemaakt in Mid
delburg bij notaris Ackermans, maar deze
geamendeerd op 11 december bij notaris
Landschot te Goes.211 Hierbij werd elke
gemeenschap van goederen uitgesloten.
De reden hiervan moet geweest zijn dat
Petronella Robberdina nogal wat privébe-
zittingen had, deels door vererving verkre
gen, deels door haar zelf verworven, zoals
hieronder vermeld.
In de huwelijksakte van Pieter en Petronel
la stond dat Pieter afkomstig was uit Mid
delburg en zijn vrouw uit Kapelle bij Goes,
terwijl beiden bij hun trouwen woonachtig
waren in Kapelle aan het Kerkplein.15' In
de huwelijksakte zijn Pieters ouders niet
vermeld die zoals bekend toen al overleden
waren. In de akte staat ook dat toestem
ming voor dit huwelijk werd verleend door
Pieter Claudoré, de man van de al eerder
genoemde Apolonia de Waeijer, een tante
van Pieter en Petronella.
Apolonia kan ook een rol gespeeld hebben
bij het tot stand brengen in Kapelle van het
contact tussen neef en nicht Pieter de la
Rue en Petronella Robberdina de Waeijer.
Deze laatste had op 3 mei 1743 een octrooi
gekregen van de Staten van Zeeland om
te testeren (bij testament vermaken) van
haar leengoederen met de clausule van
substitutie pro una vice (eenmalig) mits
betalend met de gangbare recognitie (beta
ling). Dit duidt erop dat zij eigenares was
van een leengoed.22' Ook is er een akte van
3 november 1761, gemaakt door notaris
Dijkwel te Goes, waarbij Petronella Rob
berdina de tweede man van haar moeder,
Adriaan van Druinen, machtigt om de am
bachtsportie in de heerlijkheden Kapelle
en Eversdijk die zij in oktober 1761 had
gekocht van de baronnen van Wassenaar,
in ontvangst te nemen.23'
Op 24 april 1764 liet Petronella Robber
dina een akte opmaken bij notaris De Fouw
te Goes waarbij zij zich garant stelde voor
eventuele aanspraken op de boedel van
Apolonia, die bij haar overlijden in 1761
weduwe was van Pieter Claudoré, die over
leden was in 1757.24)
Op 5 oktober 1769 maakte Petronella Rob-
-" - Jh
37