1818 en de meekrapindustrie. Dat werd vergemakkelijkt door het kapitaal van zijn echtgenote, Johanna E. van Voorst (1781- 1852), de dochter van een V.O.C.-kapitein afkomstig uit Veere, later équipagemeester van de V.O.C. in Middelburg. In tegenstel ling tot zeker twee van zijn zonen had hij geen universitaire opleiding. In 1818 kocht hij Sorgwijck, bij de Camperlandsche Dijk vlak bij Wissenkerke, in 1775 gecreëerd door Abraham Swemer (1747-1817), na de afbraak van Zorgvliet bij Colijnsplaat in 1779 de enige buitenplaats op Noord- Beveland. In de koopacte wordt Sorgwijck beschreven als: Een buitenplaats, met des- zelfs Heeren huisinge, koetshuis, stallinge en oranjerie, voorts het bosch beplant met olme en esse bomen, een weide, eveneens be plant met olme en esse bomen, en de naast het herenhuis gelegen hofstede met des- zelfs huisinge, schuur, bakkeete en verdere timmeringe. Na zijn dood hield men zijn slaapkamer in het huis aan de Voorstraat intact, met sloffen en al, ook na het over lijden van zijn vrouw, driejaar later. Ca. 1917, na het overlijden van Willem J. Va der van 's-Gravenpolder (1839-1916), zijn kleinzoon, mogelijk eerder, werden huis en kantoor verkocht en afgebroken het dak was niet goed meer). Men bouwde ter plaat se van het 'herenhuis' en het kantoor drie 'burgerhuizen', voor de gemiddelde burger makkelijker te betalen dan een herenhuis. Dit werd door een timmerman/aannemer Van Hee gerealiseerd. Alleen de kelders van het oude huis bleven bestaan. Dat werden regenbakken (pas in de jaren 1950 kreeg Noord-Beveland waterleiding). Catharina (Cateau) J. Vader, (1803-1886), tenger van postuur volgens de verhalen, woonde als ongehuwde oudste volwassen geworden dochter in de winter in het huis in de Voorstraat van haar ouders, het echt paar Vader - van Voorst, en in de zomer op hun buitenplaats Sorgwijck, net als haar ouders. Daar ging ze mee door na het overlijden van haar ouders. Haar één jaar jongere zuster Maria (1804-1887) kwam vanaf 1870 's zomers ook op Sorgwijck wonen, na het overlijden, maart 1870, van haar echtgenoot, Hendrik Keijl. Volgens dhr. Kramer ging Cateau in 1873, na het vertrek van haar jongere broer Jacob uit Wissenkerke naar Den Haag, 's winters in diens leegstaande huis in de Voorstraat wonen (Willem, de zoon van Jacob, volgde in 1873 zijn vader op als burgemeester van Wissenkerke en liet aan de Voorstraat voor zichzelf en zijn vrouw een nieuw huis bou wen). Mogelijk prefereerde Cateau het huis van Jacob boven het huis in de Voorstraat van haar ouders, omdat het huis van haar broer groter en moderner was, van meer gemakken voorzien. Bovendien had dat huis een mooie, grote tuin, veel groter dan de tuin achter het huis van haar ouders. En de tuin achter het huis van haar broer grensde aan de overdekte manege van de familie Vader. Maar in het huis van Jacob had zij last van geesten/spoken. Eerst liet ze de ramen van de kamer (waarschijnlijk aan de achterzijde), waar zij die geesten/ spoken meende waar te nemen, met plan ken dicht timmeren, maar spoedig daarna vertrok ze naar Sorgwijck, waar ze toen het hele jaar ging wonen, evenals haar zus ter Maria, tot haar overlijden in 1886. 2. Voorstraat, huidige nr. 13 (afb. 3): huis van Abraham (Bram) C. Vader (1806-1872), waarschijnlijk ca. 1834 gebouwd. Bram was de tweede volwassen geworden zoon van het echtpaar Vader - van Voorst.4' Na het gymnasium in Middelburg, waar hij net als zijn oudere broer Jan in 1824 zijn diploma haalde, en de studie medicijnen in Leiden, in 1830 voltooid, vestigde hij zich in 1833 als huisarts in Wissenkerke (ook was hij 1840-1844 gemeenteraadslid en commis saris van de brandspuit). Hij hield er als arts slechts een kleine praktijk op na, die hij (ruim?) voor 1863 neerlegde. Hij huwde in 1835 M. (Martina) Pieterse (1814-1836), die vlak na haar eerste bevalling overleed. In 1843 huwde hij haar zuster S. (Saartje) Pieterse (1818-1888). Uit elk huwelijk had hij een dochter. Beide dochters huwden, maar bleven kinderloos. Zijn huis staat er nog steeds en werd 1902-1987 bewoond door de toenmalige huisarts van Wissen kerke.5) Die dokters hadden hun slaapka mer links voor, gezien vanaf de straat. Als er in de tijd van dokter Fret 's nachts aan 9

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2015 | | pagina 11