het in Zuid-Holland bekende geslacht Van
Schilperoort, waar voorouders belangrijke
posities bekleedden in de pas ontstane Re
publiek.
Eén van hen, Adriaen Robbrechtszn. van
Schilperoort werd Commissaris ordinaris
van de Monsteringe en Commissaris van 's
lands Magazijnen en Opzigter van 's lands
fortificaties der Stadsforten van Bergen
op Zoom door benoeming door de Raad
van State. Zijn oudste zoon Robbrecht van
Schilperoort kreeg die functies ook, zoals
vaak gebeurde in die tijd. Hij was boven
dien ook burgemeester van Bergen op
Zoom van 1655-1664. Robbrecht trouwde
in 1640 met Jonkvrouw Johanna Ruych-
rock van de Werve te Delft, waar zij toen
ook woonde aan de Oude Delft. Reeds in
1648 konden zij beschikken over het slot
's-Heer Hendriksburg zoals eerder vermeld.
Hierdoor ontstond na hun trouwen de
band van de Van Schilperoorts met Zuid-
Beveland. Hun kinderen werden geboren
en gedoopt te Bergen op Zoom of in 's-Heer
Hendrikskinderen in de periode 1641-1656.
In Bergen op Zoom hadden zij de beschik
king over een groot pand op de Vismarkt,
't Wapen ter Tholen genaamd, waarvan ze
eigenaar werden in 1653.14)
Johanna en haar in 1664 in Bergen op
Zoom overleden man Robbrecht van Schil
peroort, hadden een gezamenlijk testament
gemaakt op 30 januari 1657. Zij had hier
aan in 1665 nog een bepaling toegevoegd
over de voogdij van hun kinderen, mochten
die nog minderjarig zijn bij haar overlij
den.15> In 1689 maakte zij haar definitieve
testament.16'
De fidei commis nalatenschappen van
Johanna Croeser en Elisabeth van
Schuylen
Naast de erfenis van haar ouders, Tobias
Ruychrock van de Werve en Anna van der
Houve was hun dochter Johanna ook in
het bezit gekomen van (delen) van nala
tenschappen van haar grootmoeder van
moeders zijde, Jonkvrouw Johanna Croe
ser (Mechelen 1550 - Den Haag 1623) en
van haar nicht Jonkvrouw Elisabeth van
Schuylen Biezelinge 1602 - Goes 1679).17'
Beiden hadden namelijk hun nalaten
schappen gesteld onder de clausule fidei
commis, een toen veel gebruikte clausule
dat verkoop of belening van na te laten
bezittingen verbood in een aantal volgende
generaties. Deze clausule was bedoeld om
die bezittingen gedurende een langere tijd
in tact te laten en in de familie te houden.
Over de families Croeser en Van Schuylen
meer in bijlagen 3 en 4).
Elisabeth bezat een ambachtsportie van
313 gemet en 250 roeden in het ambacht
Kapelle, Biezelinge en Eversdijk, ongeveer
10% van het totaal in dat ambacht.18' Dit
was een zogenaamd versterfelijk leen. (Zie
bijlage 2.) Ook bezat zij een deel van het
slot 's-Heer Hendriksburg annex land. Dat
was een onversterfelijk leen. Beide lenen
Afb. 3. Octrooi van Johanna
Ruychrok van der Werve. Dit
gaf haar grote vrijheid bij het
maken van haar testament uit
1689. (Nationaal Archief Re
soluties Staten van Zeeland,
dd.13-12-1656.)
Afb. 4. Octrooi van Robbert van
Schilperoort uit 1687. (Natio
naal Archief, Resoluties Staten
van Zeeland dd. 24-3-1687.)
28
Her H.
van Bre-
deroie^ J,
"Tobias
vmder
Werve ^A.
van Tnyl
tan Se-
roosktrke
Mr. J.
van
Gffpsitr
keM.van
Bosbttyfeo
Odroyen.
Aeti de Heer Bennek van Brederoode, Johanna Tobias
Huys-yrouw van Robbert Schilperoort, Adriaen ThuyJ van
Serooskerck, Heer van Welland, Mr. Johan van Gryps'kcrc-
ke, Maghdalena van Boshuyfen Is aen defelve reipeótive
toegeftaen Ocftroy om te mogen difponeren over hare Lee-
nen, en andere Heerlycke Goederen mits betalende aen 't
Lant twee, ende aen den Rentmeefter van 't Diftrift een Ro-
fenobcl.
Aen Robbert van Schilperoort, woonendc tot Goes, wordt (ffAjj,
toegeftaen, Oüroy 0111 van fijne Leengoederen te moghen difpo-
netenmits aen de Graeffèlijckhcydt betalende twee en aenden
Rentmeefter Beweftenfchelt een Rofenobel.