had zij verkregen van haar broer Cornelis
na diens overlijden in 1646.19) Deze lenen
werden na Elisabeth's overlijden in 1679
verheven op haar nicht. Het gebruiksrecht
van de leengoederen werd ingeschreven
in de registers van de Grafelijkheid. Een
dergelijke inschrijving vond ook plaats bij
de eerder genoemde schenking van het slot
's-Heer Hendriksburg in 1685 aan Rob
bert van Schilperoort. Daarbij werd ook
nog melding gemaakt van het meebrengen
van een heergewaad, een oud gebruik (zie
ook bijlage 2), dat afgekocht werd met een
geldbedrag. Voor het slot was dat een rode
sperwer, die afgekocht werd met 5 schellin
gen Vlaams.20'
Elisabeth bezat ook diverse allodiale goede
ren, waaronder huizen in Goes, Kapelle en
Biezelinge, waaronder een groot pand gele
gen aan de Grote Kade te Goes, genaamde
de Baerse met een koetshuis aan de ach
terzijde. Het grote pand dat nog bestaat, is
thans Rijksmonument, Grote Kade 44.21)
Elisabeth mocht haar feodale goederen per
testament vermaken vanwege een octrooi
door haar verkregen in 1647 van de Staten
van Zeeland.22' Voor het verkrijgen van het
octrooi moest zij 2 rozenobels betalen voor
het land en 1 rozenobel voor de rentmees
ter.23' Haar definitieve testament gemaakt
op 16 januari 1675 te Bergen op Zoom bleef
geheim omdat zij bang was dat andere
familieleden problemen zouden maken,
omdat zij Johanna Ruychrock van de
Werve, haar nicht, benoemd had tot haar
enige erfgename. Wel maakte zij in nadere
toevoegingen op haar testament duidelijk
dat haar erfenis fidei commis was en dat
die na het overlijden van haar nicht in vijf
gelijke porties moest gaan naar de vijf toen
nog levende kinderen (Adriaan, Tobias,
Robbert, Elisabeth en Anna Catharina) van
haar nicht.24'
Collaterale successiebelasting
Doordat de nalatenschap van Elisabeth
van Schuylen naar een familielid ging in
een zijtak, moest over haar bezit in prin
cipe successiebelasting worden betaald.
Om te kunnen bepalen of dat het geval was
Afb. 5. Het huis de Baerse aan de Grote
Kade in Goes. (Collectie gemeentearchief
Goes.)
en om hoeveel dat ging werden destijds alle
personen die begraven waren aangemeld
bij een ontvanger van de collaterale succes
sie. Voor Goes was dat toen Dankert West-
houck. Op basis van een boedelbeschrijving
en de familierelatie werd dan besloten om
wel of geen belasting te heffen. Er beston
den verschillende percentages voor erfenis
sen verkregen ab intestato (zonder testa
ment) en ex testamento (met testament). De
percentages fluctueerden ook met de tijd
en waren vaak afhankelijk van de behoefte
aan geld van de Staten van Zeeland.25'
Het bezit van Elisabeth werd in 1680 ge
taxeerd op 24.158 ponden Vlaams door
de burgemeester van Goes Emmery van
Watervliet en een schepen Johan Evers-
dijck. Over de helft moest de 20ste penning
worden betaald en over de andere helft
de 15e penning, tezamen 1.408 ponden
Vlaams aan belasting.26' Over de door haar
verkregen leengoederen aangemeld bij de
rentmeester-generaal te Middelburg werd
29